8 maart Internationale Vrouwendag

Vandaag is het 8 maart Internationale Vrouwendag en ik zou hier natuurlijk een ode aan alle vrouwen ter wereld moeten schrijven, maar ik denk vooral aan een man: Louk Hulsman, een man die geboren is op 8 maart en inmiddels alweer 9 jaar geleden is overleden op de leeftijd van 85 jaar.
Voor mij was Louk vanaf begin jaren zeventig bepalend voor mijn geestelijke ontwikkeling.
Hij leerde mij “anders” te denken. Criminaliteit was voor hem “criminaliseerbare” gebeurtenissen en drugs moesten gewoon worden gelegaliseerd.
We leven nu in een tijd waarin we gewend raken aan undercover-agenten die als eigentijdse spionnen zich niets van ethiek hoeven aan te trekken en als het zo uitkomt vrouwen van verdachten bedreigen omdat zij vaak toch wel veel weten.  En we leven in een tijd van de Pluk ze en de Patser aanpak, waarbij de overheid zich gedraagt als geldwolf en in het laatste geval mensen op basis van uiterlijke kenmerken bij voorbaat verdacht zijn.  En in een tijd van een (door Opstelten doorheen-gedrukte) nationale politie, waarin top down wordt gewerkt en oa wegens geldgebrek aan lokale problemen weinig echte aandacht kan worden besteed. We leven in een tijd waarin alle mannen uit de omgeving van een oude onopgeloste moord staan te juichen als ze hun dna moeten afstaan en er een voorstel ligt om Verenigingen gewoon door de minister en niet door de rechter verboden te laten worden ondanks de bepaling in de Grondwet over de vrijheid van vereniging en vergadering. En we staan aan de vooravond van een zogenaamde sleepwet waarin al onze gegevens mede ter beschikking komen van onduidelijke regimes.
Wat zou Louk vinden, denk ik dan.
Louk was een tweede vader voor mij, een mentale coach, inspirator en een beetje een goeroe, maar Louk was vooral een hele goede vriend.
Louk was bekend als hoogleraar strafrecht in Rotterdam aan de Erasmus-universiteit en als abolitionist, iemand die het strafrecht wilde afschaffen, op zijn minst reduceren en daarvoor in de plaats aan conflicthantering en bemiddeling wilde doen. Hij wantrouwde systemen en staten, geloofde in mensen en mensenwerk.
Hem is wel eens verweten teveel een idealist te zijn, te ver af van de werkelijkheid maar als we vandaag de dag zien dat 60 procent van de gevangenispopulatie recidiveert en drugs gerelateerde criminaliteit ontzettend veel negatieve aandacht opslurpt, denk ik weer aan Louk.
Maar hen die Louk kennen weten niet dat hij ook een dichter was.
Onder de titel Intrada  en de naam Lodewijk Hellenar schreef hij gedichten, verzen zoals hij ze noemde, in oorlogstijd.
En als ode aan Louk wil ik er vandaag één citeren:

Droom, 28 mei 1942
Ik heb ‘n droom gehad,
hij was eer schoon
ik leefde in een land
van liefde en geluk
waar immer zonlicht was
en waar jouw maanlicht-wit gezicht
mij beven deed van diep geluk.
Wij liepen samen
onder witte bloesem-bomen
en aan ons groot geluk
scheen nooit een eind te zullen komen
je blonde haar verwaaide in de wind
De lucht was blauw
jouw mond heel rood
en niemand dacht daar aan de dood.

De droom was schoon
maar toch heb ik hem
schril vervloekt
Ik wil geen droom
ik wil slechts leven
Ik wil jouw warme lippen
op de mijne voelen beven
Ik wil het luide kloppen
horen van je hart
ik wil geen droom
want droom is leugen
ik wil de strijd
want liever is me werkelijkheid
vol strijd en leed
Dan dit volkomen doelloos dwalen
door landen rijk
aan droom en schijn.

En dan te bedenken dat hij in het concentratiekamp Vught heeft gezeten. Louk heeft in zijn leven veel strijd gekend en ook leed maar hij genoot er ook met volle teugen van, gelukkig met zijn Marian, zovele jaren al reizend en trekkend door vele landen. Marian is afgelopen december overleden.
Mogen zij beide blijven voortleven in onze gedachten en blijven dienen als levens-inspiratiebron!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *