Het is carnaval
men maakt zich op om de prins te ontvangen
de prins op het witte paard
uit de sprookjes
Ze noemen het het feest
van de democratie
wie weet wie de prins wordt?
wie kiest wie
Die met dat rare geblondeerde haar
die steeds zijn vinger opsteekt
zijn middelvinger vaak
maar ook wel met zijn wijsvinger nawijst
Wie niet in zijn kraam te pas komt
of degene die altijd vrolijk roept: doe normaal man
bekken trekt
iedereen voor de gek houdt
Maskers voor
dan ziet niemand wie je bent
dat is het spel
dat gespeeld moet worden
Wij zijn als poppen van node
we worden bewogen
onze hand wijst een rood stipje aan
zwevend onvast
Maar als we buiten uit het vrolijk
versierde stemhokje komen
vraagt iemand met microfoon
wie onze voorkeur had
We zijn het nu al vergeten
zeggen we dan
weten alleen dat we er zijn geweest
op het feest, het feest van de democratie
En we zingen uitzinnig de schlagers
mee en nemen er nog één
op de prins, op onze prins
die voorlopig weer hoog te paard zit.