De dode moeder

Ik ga nog even door op het thema moeder, omdat ik net het boek van Herman Koch Finse dagen, heb gelezen, wat net als Een goede zoon van Rob van Essen, dat de Libris Literatuurprijs heeft gewonnen (zelf had ik als nummer één Pfeiffer’s Grand Hotel Europa gedacht) de overleden moeder als rode draad heeft.
Terwijl Koch zijn moeder een duidelijk gezicht en karakter geeft, is dat bij van Essen aan- zienlijk minder het geval, of het moest het karakter van de sta-opstoel van zijn moeder zijn, die hij zich vanuit zijn zelfsturende auto steeds voor de geest haalt.

Misschien, besefte ik, nadat ik mijn vorige blog had geschreven, moet de moeder eerst dood zijn wil ze echt gewaardeerd worden, zoals dat nog wel eens het geval is bij beroemde kunstenaars, die bij leven niet erkend waren.
Pas in de afwezigheid wordt de altijd aanwezige pijnlijk zichtbaar en krijgt betekenis.
Pas dan ook wordt de schoonheid van het werk van de overledene zichtbaar (en dat kan de sublieme ondersteunende aanwezigheid zijn).

Ik heb dezer dagen de tentoonstelling  Levenskunst van en over Aat Veldhoen in het museum Kranenburg in Bergen bezocht.
Mijn link met Veldhoen was oa dat ik op 21-jarige leeftijd in een kunstcommissie zat van de VVSL in Leiden en in het statige clubgebouw samen met anderen een expositie heb georganiseerd van de rota-prenten van Aat Veldhoen, die hij in een bakfiets rondsjouwde door Amsterdam en voor 3 gulden verkocht.
Er waren  voornamelijk blote oude mensen op te zien.
Men vond dat toen nog aanstootgevend in die tijd en als kunstcommissie hebben we nav de tentoonstelling heel wat zuur commentaar en kritische vragen moeten incasseren.

Aatje Veldhoen bleef me sindsdien intrigeren. Prachtig zoals deze kunstenaar naar oude vrouwen als modellen kijkt met een blik vol menselijkheid en mededogen!
Zijn eigen, laatste vrouw Hedy d’Ancona ken ik van diverse gremia, van de emancipatiebeweging, de PvdA en Een Ander Joods Geluid, een mooie, krachtige en interessante vrouw, maar zoals Veldhoen haar portretteert (te zien op de expositie) zo  zacht en ontvankelijk, zo naakt ook, heb ik haar nooit gezien.

Wat mooi, zou je zeggen, zo’n mensenman, zo’n vrouwenman ook, die letterlijk de ziel van zijn modellen in zijn portretten blootlegt, ‘A Mensch,’ die ook de complexiteit en de gruwelijkheid van het leven wist te betrappen.

Maar dan loop je door naar de benedenverdieping van het museum en daar tref je een film aan van Martijn Veldhoen, de zoon van Lotje Ruting, Aats eerste vrouw, met wie hij vier kinderen kreeg. Hij is later met nog twee vrouwen getrouwd en kreeg in totaal acht kinderen. Martijn praat met Lotje vóór haar dood. De film is een  prachtige en ontroerende ode aan zijn moeder die tijdens de film al aan hersentumor leed.
Aat verliet Lotje in de jaren zeventig voor een nieuwe liefde en liet haar achter met vier kinderen zonder alimentatie of iets.
Maar misschien het ergste nog: terwijl zijn tweede vrouw Kabul en haar kinderen prachtig en indringend zijn geportretteerd, is Lotje vrijwel onzichtbaar geworden in zijn werk, laat staan hun vier kinderen, die hij ook niet meer wilde zien. De vier zijn uitsluitend door hun moeder opgevoed. Wel een mooie tijd, aldus Martijn want hun moeder was dol op ze en liet ze vrij.
Het deed me even denken aan Rousseau met zijn filosofische ideeën over de ideale opvoeding. Hij vond zelfs dat vrouwen hun kinderen zelf moesten zogen en niet een min, maar ondertussen overtuigde hij zijn minnares Thérèse Levasseur om haar 5 kinderen die door hem waren verwekt, af te staan aan een tehuis voor vondelingen.
Pas later in Emile en zijn Bekentenissen toonde hij spijt over dit gedrag.
Het schijnt, althans zo begrijp ik uit de film van Martijn, dat ook Aatje na zijn herseninfarct Lotje nog wel regelmatig opzocht, hopend op vergeving, denkt Martijn.

Ik verliet het museum Kranenburg in elk geval met het woord ‘kanjer’ in mijn hoofd, ‘kanjer in levenskunst’.
Maar ik bedoelde niet Aat Veldhoen, ik bedoelde Lotje!

3 reacties op “De dode moeder

  1. Wat een prachtig stukje heb je geschreven Joyce! Het raakt me diep. Ook ik, de oudste dochter van Aatje en Lotje, realiseer nu pas hoe mooi en tegelijkertijd krachtig die zachte en doordringende liefde van mijn moeder was. Ik voel hem in mijzelf en zie dat ik dat ook niet erken en waardeer. Lotje verdient het om rijkelijk in het licht te staan. Martijn heeft dat super goed gedaan!

Laat een antwoord achter aan Eva Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *