Een filosofische vakantie/bespiegeling 2

Mijn vorige filosofische bespiegeling betrof een filosofische cursus op Kreta. Deze week
wil ik het graag hebben over twee tv-programma’s die duidelijk qua inhoud in het verlengde liggen van de vraagstellingen die ons op Kreta bezighielden.
Wie zijn wij zelf in een wereld waar religies en ideologieën botsen en waarom stemmen we Trump, vroegen we ons daar o.a. af.
In hetzelfde Griekenland hield de Amerikaanse hoogleraar en politiek filosoof Michael Sandel zich in een vierdelige serie samen met een groep jonge mensen bezig met de vraag: Wat is het juiste om te doen? “Onder de titel: What’s the right thing to do (zie ook de gelijknamige website) confronteert Sandel de kandidaten via steeds scherper gestelde dilemma’s met hun eigen morele afwegingen en onderliggende principes op het gebied van actuele politiek-maatschappelijke kwesties als privacy, migratie en inkomensgelijkheid,” aldus de VPRO-gids, zondag 16 juli j.l.

Terwijl wij op Kreta niet direct interactief bezig waren, pakt Sandel het anders aan. Volgens Sandel, in navolging van de oude Socrates, is het stellen van de juiste vragen bij deze methode de sleutel, en niet het spuien van meningen. Het luisteren naar elkaar staat bij hem centraal en hij vindt dat essentieel voor een democratie. “Niet alleen luisteren naar de woorden die iemand uitspreekt maar ook achterhalen welke beginselen en waarden er achter iemands woorden schuilgaan en je afvragen of je ermee kunt connecten.”
“De ideeën van Plato en Aristoteles zijn geen antieke museale stukken waaraan we ons moeten vergapen. We moeten de uitgangspunten gebruiken en heronderzoeken, en dat doe je door ze te koppelen aan je eigen leven.”
Het groepje van 20 jongeren is ook duidelijk wat diverser dan onze groep op Kreta en bestaat o.a. uit een moslima met hoofddoek, een Trump-aanhanger, een Rotterdamse spoken-word-performer die 2 jaar heeft vastgezeten en een Hongaarse migrante die tegenwoordig als hard engineer in London werkt.

Het levert interessante discussies en vragen op zoals: Wat is eigenlijk het verschil tussen vluchtelingen en gelukzoekers? En hebben ook de laatsten niet het recht om hun geluk elders te zoeken? En waarom kunnen/mogen wij, dwz degenen uit rijke westerse landen dat wel, dat juichen we zelfs toe en waarom mogen/kunnen inwoners van arme landen dat niet?
In hoeverre mag je eigenlijk aanspraak maken op wat je gelukkig toevalt?
Als je hier geboren bent lijkt het zo vanzelfsprekend dat je recht hebt op van alles en nog wat, maar waar is dat recht eigenlijk op gebaseerd?
Kijk ik op de site van What’s the right thing to do dan vind ik daar een Youtube filmpje van Markus Gabriel die stelt dat we niet bang zijn voor vluchtelingen maar voor onszelf als Europeanen. Want de waarden waarvoor wij als Europeanen staan nl: geen enkel mens verschilt wezenlijk van een ander, en daarom geloven we dat we allen voor de wet gelijk zijn, en daar zijn onze grondwetten en internationale wetten op gebaseerd, vertrouwen we niet meer.
Onze Europese waarden zijn universeel en komen van de Verlichting, het zijn waarden van de Rede aldus Gabriel en juist dat universalisme staat nu ter discussie.

Tja, dat hebben we zeker op Kreta kunnen merken , waar cultuur-relativisme de boventoon voerde.
Ook in het oude amfitheater van Oropos waar Sandel zijn jongeren bevraagt, staat die universele menselijke verbondenheid (evenals overigens diversiteit) centraal.
Kris Pint, de cultuurfilosoof, sluit weer wat meer aan bij Kockelkoren als hij op de site van What’s the right thing to do, stelt dat je kunt zeggen dat elk zelfbeeld een fictie is en dat kunst je kan helpen evenals tijd en ruimte om tegenverbeeldingen te ontdekken van bijv een zelfbeeld als consument en iemand die moet presteren.
De oude Grieken hadden volgens Pint een dédain voor hard werken en als je dat meer internaliseert of verbeeldt, dan krijg je vanzelf dat je innerlijke Griek beschaamd raakt als je een zelfbeeld als moderne consument erop nahoud die veel moet “vergaren” aan bezit en succes. Pint vindt de notie van Bildung oftewel vorming in het onderwijs volstrekt onderbelicht (en die van (later) succes en presteren overbelicht).

Dat laatste sluit dan weer aan bij wat er ter sprake kwam op dezelfde zondag 16 juli bij het zgn filosofisch kwartet onder leiding van Clairy Polak.
Daar ging het over de toekomst van onze democratie en de vraag of de markt-economie de democratie niet te veel aan het ondermijnen was.
Daar zochten Fieke van der Lecq, econome, Kim Putters, directeur SCP, Bas van Wavel hoogleraar transitie en Philipp Blom, historicus, naar de antwoorden in een samenspraak die geen debat mocht worden, aldus Polak.
Volgens Blom zijn we allemaal meer consumenten geworden dan burgers, terwijl Van Wavel er juist de nadruk op legde dat maatschappelijke gelijkwaardigheid als grondpositie meer dan nodig is.
Putters vroeg zich af wat er onder invloed van globalisering en technologisering in de plaats is gekomen van de maatschappelijke democratie. Is er nog macht en tegenmacht?
Volgens Van Wavel moeten we die weer van de grond af opbouwen bijv middels de vorming van coöperaties die  het loodje hebben gelegd en daar kunnen we niet vroeg genoeg mee beginnen!
Volgens Blom worden burgers niet meer serieus genomen, ze krijgen het idee dat als het mis gaat de instituties overeind worden gehouden en zij niet worden beschermd en dat ondermijnt een democratie.

Men sloot deze editie af met de constatering dat we liefst zo snel mogelijk op zoek moeten gaan naar ankerpunten voor een vernieuwde democratie in een sterk door klimaat en digitalisering veranderde leefomgeving waarbij  economie en samenleving evenals politiek opnieuw doordacht moeten worden opdat mensen weer meer houvast krijgen.
Als we mensenrechten echt belangrijk vinden, vond Blom, moeten we onze procedures veranderen.
Wat hij met het laatste precies bedoelde weet ik niet maar wel dacht ik deze week: Filosofie en zelfreflectie, behoefte aan doordenking van wat er op ons af komt als tegenpool tegen al het getwitter.
It’s in the air!

Eén reactie op “Een filosofische vakantie/bespiegeling 2

  1. Hi Joyce, zou het niet beter zijn als we onze vooronderstellingen van burgerschap op de schop nemen.
    als we mensenreschten serieus willen nemen zullen we moeten erkennen dat niet de natie staat maar de mens soeverein is. en dat ieder mens in moet staan voor de rechten van ieder mens.
    Nu worden de mensenrechten niet gehandhaafd omdat zij dan de economische balans van een natie-staat bedreigen.
    Alle mensen worden broer en zus mits zij zich hebben verbonden aan de soeverein van een staat. Laten we daar eens een vraag naar stellen Zijn mensen zonder nationale legitimatie van hun identiteit geen mensen?
    Het kwam door die opmerking van Blom.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *