Een ‘goede’ dood

Op 5 augustus jl is mijn vriend Jan Monasso overleden. Ik heb aan hem een In Memoriam gewijd op die dag.
Hij had lewy bodies, een vorm van Alzheimer en had drie jaar terug de diagnose gekregen van het Alzheimer-centrum van het VU/AMC. Hij zat in de onderzoeksgroep en was daar zeker in het begin nog wel trots op, dat hij zo, als object van onderzoek, meewerkte aan de ontwikkeling van het onderzoek naar dementie.
Gaandeweg echter moest hij bekennen dat hij achteruitging. Zijn fijne motoriek bv. Hij was altijd een klusser geweest en dat werd steeds lastiger. Hij had als technicus in de ICT-wereld gezeten maar bediening van de computer en zijn telefoon werd steeds moeilijker. Hij raakte het overzicht kwijt.
Hij verloor kilo’s, begon tegen heug en meug chocola en zoete toetjes te eten maar het hielp niet. Hij werd magerder, zijn toch al vrij zachte stem ging achteruit, evenals zijn concentratie.
Wat misschien nog het ergste was: Jan de lezer, Jan de nieuwsman en de sociaal zeer geïnteresseerde, viel boven een boek in slaap en kon zich in gezelschap moeilijk nog verstaanbaar maken. De eter en drinker werd stiller…
In het weekend van 10 en 11 juli nam hij zijn besluit: hij wou niet meer. Op 78-jarige leeftijd en nog beschikkend over een duidelijke wil, maakte hij kenbaar dat hij euthanasie wou.
Dat besluit kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Jan was zijn leven lang humanist en al voordat hij lewy bodies kreeg lid van alle organisaties die zich met euthanasie bezighielden.
We zijn samen nog naar een Symposium van de Levenseinde-kliniek geweest. Hij was al lang lid van de NVVE en van de Coöperatie de Laatste Wil en had al een wilsverklaring en levenstestament klaar liggen. Ook was de huisarts een jaar eerder al benaderd over een eventuele euthanasie.

Hij is in de drie weken na zijn besluit langs vier artsen geweest: de huisarts, de neurologe die het onderzoek aan het VU/AMC leidde, de scen-arts en een geriatrisch arts en aan hen allen kon hij duidelijk maken dat hij zijn leven wou beëindigen en daar nu ook goede redenen voor had. Zijn vooruitzichten waren slecht. Voor deze ziekte stond officieel 6 jaar.

5 augustus was het zover.
Ik was er die dag bij en heb mee mogen maken dat Jan volkomen overtuigd en helder maar ook heel rustig de overgang maakte van leven naar dood. Toen zijn dochter hem nog op het allerlaatst vroeg: Hoe voel je je, pa, zei hij: Heel ontspannen!
Het was, hoe gek het ook klinkt, een geschenk dat Jan zo omringd door zijn dierbaren en zo vredig kon sterven, nadat hij drie weken lang afscheid had genomen van zijn familie en lieve vrienden. Voor mij als zijn geliefde en vriendin was het een grote troost dat Jan is overleden zoals hij heeft geleefd, geliefd en nog midden in het leven staand, niet weggestopt en alleen nog een schim van zichzelf.

Op 29 oktober jl is overleden: Marjolijn van Dierendonck-Daams op 85-jarige leeftijd.
Ik kende haar van de Humanistische Uitvaartbegeleiding. Zij heeft als humanistisch uitvaartbegeleider 40 uitvaarten gedaan!
Toen ik als zogenaamde HUB-er aantrad bij de HUB Noord Holland in 2012 was zij mijn mentor. Ze was toen dus al 78, maar als je haar zag en meemaakte leek ze 68.
Ze was helder, zag er opvallend verzorgd uit, had een goede smaak en kon soms best een beetje streng uit de hoek komen. Je merkte aan haar dat ze ‘juf’ was geweest! Maar altijd recht door zee en beargumenteerd. Naar gelang ik haar beter leerde kennen raakten we meer betrokken bij elkaar. We deelden onze problemen met relaties, die zowel zij als ik wisselend in ons leven hadden gehad, we praatten over onze kinderen en over het leven.
Marjolijn was een moedig mens. Ze schuwde niet om mij aspecten van haar achtergrond te vertellen die ze zelf als lastig en ook pijnlijk had ervaren.
Ik begon haar steeds meer te waarderen.
Vier jaar geleden ben ik van de Amsterdamse binnenstad naar IJburg verhuisd.
Ze heeft me hier nog opgezocht. Ze was 82 inmiddels en we liepen naar Blijburg.
Ik kon haar haast niet bijhouden en vol bewondering en een tikje hijgerig zei ik haar dat ik vond dat ze zo geweldig goed liep voor haar leeftijd. Marjolijn beaamde dat maar voegde eraan toe dat het met haar hoofd anders was. Ze begon steeds meer te vergeten en het overzicht te verliezen. Vorig jaar bij een reünie in Zandvoort van ons HUB-clubje vertelde ze dat ze een vasculaire dementie had. Ze kwam het huis niet echt meer uit en leed er zichtbaar onder.
Marjolijn was in haar leven een zeer onafhankelijke vrouw, zoals Jan een onafhankelijke man was. Beiden waren duidelijk humanist.
Marjolijn heeft zelfs midden jaren 90 Stichting de Einder opgericht. Haar hele leven was ze een duidelijke voorstander van de mogelijkheid van euthanasie.
Wat Jan en Marjolijn gemeen hadden is, behalve deze levensovertuiging, dat ze beide de moed hadden de dood in de ogen te zien, wat niet iedereen gegeven is.
Mijn stelling zou zijn dat juist degenen die echt geleefd hebben en ook van het leven hebben gehouden er afscheid van kunnen nemen op het voor hen juiste moment.
Jan en Marjolijn hebben dit laten zien.
Terwijl ze allebei dementeerden waren ze allebei helder juist waar het hun eigen voornemen betreft.
Ze zijn als autonome mensen gestorven en als je kijkt naar de reactie van hun nabestaanden, hebben zij allemaal aangegeven hoe waardevol dat afscheid voor hen was.

Deze beide voorbeelden geven voor mij aan dat euthanasie bij dementie niet alleen mogelijk is maar uitstekend gerealiseerd kan worden en ook een grote troost is voor allen die daarbij betrokken zijn (geweest).

Ik wil dit blog dan ook opdragen aan de moedige mensen Jan Monasso en Marjolijn van Dierendonck die voor ons allen een prachtig voorbeeld zijn geweest van ware Menschen!

Eén reactie op “Een ‘goede’ dood

  1. Mooi, Joyce! Heel belangrijk om dit te schrijven. Ik wil de link van je blog delen met Henk Blanken, die op De Correspondent over hetzelfde onderwerp schrijft, als journalist/Parkinsonpatiënt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *