Fascisme. Een waarschuwing

Een destructieve kracht is in de hele wereld bezig aan een hernieuwde opmars. En die kracht heeft volgens de voormalige US Secretary of State en Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties de inmiddels 81 jarige Madeleine Albright alle kenmerken van fascisme.
In haar boek Fascisme. Een waarschuwing, noemt zij fascisme al in haar eerste hoofdstuk waarin ze haar jeugd beschrijft, een doctrine van woede en angst.
Haar (joodse) familie moest twee maal in ballingschap gaan, eenmaal op de vlucht voor de nazi’s in 1939 en de tweede maal op de vlucht voor de communistische dictatuur in 1948.
Verderop op pag 238 beschrijft ze wat een beweging fascistisch maakt. Dat is volgens Albright niet haar ideologie maar de bereidheid al het nodige te doen – inclusief het gebruik van geweld en het vertrappen van de rechten van anderen – om de overwinning te behalen en gehoorzaamheid af te dwingen.
“Het is ook de moeite waard te beseffen dat fascisme zelden met een dramatische opkomst ten tonele verschijnt. Het verhaal begint doorgaans met iemand die schijnbaar een bijrol speelt – Mussolini in een bedompt zaaltje, Hitler in een bierkelder – en pas voor het voetlicht komt als zich dramatische gebeurtenissen ontvouwen. Het verhaal krijgt vaart als de mogelijkheid ontstaat om op te treden en alleen de fascisten bereid zijn om toe te slaan. Dat is het moment waarop de kleine agressie die geen tegenstand ontmoet uitgroeit tot grote agressie, als wat niemand wilde wordt aanvaard en als dissidente stemmen wegsterven.” aldus Albright.
Ze haalt Mussolini aan die constateerde dat als men uit is op macht het vergaren ervan zoiets is als het plukken van een kip – veer voor veer – zodat iedere pijnkreet los van elkaar wordt gehoord en het hele proces zo stil mogelijk verloopt.
En dat zien we vandaag de dag volgens Albright ook gebeuren. De eerste tekenen van fascisme zijn volgens haar: het in diskrediet brengen van mainstream-politici; de opkomst van nieuwe leiders die liever verdelen dan verenigen, het najagen van politiek gewin ten koste van alles en het aanroepen van nationale grootheid door personen die een verwrongen beeld hebben van wat die grootheid betekent.
Signalen die ons zouden moeten alarmeren worden gemaskeerd: de grondwetswijziging wordt gepresenteerd als hervorming, aanvallen op de vrije pers gerechtvaardigd met een beroep op staatsveiligheid, de ontmenselijking van anderen gemaskeerd als verdediging van de deugdzaamheid of het uithollen van een democratisch politiek systeem tot alleen het etiket nog over is.
Interessant is ook dat ze de “goede” en dus ook aantrekkelijke kanten van het fascisme laat zien. Vaak werden er, zeker bij aanvang, maatregelen genomen die  het gemene volk ten goede kwamen zoals betere huisvesting en gezondheidsvoorzieningen, infrastructuur en vooral hoop, “alles wat door de nieuwe orde werd aangeraakt” (zie pag 126) aldus de auteur.
Omdat ze de term fascisme zo breed opvat vallen er leiders onder van uiterst links tot uiterst rechts.
Naast Mussolini en Hitler noemt ze Stalin, die er alledrie op uit waren “een nieuwe mens te smeden, een schepping van de moderniteit die zou uitstijgen boven het individuele streven naar geld, bezit en genot dat arbeiders tegen elkaar opzette en dat – in hun ogen – van de democratie een morele beerput had gemaakt”.
Slobodan Milosevic op de Balkan, Hugo Chavez in Venezuela die net als Mussolini politiek als vorm van amusement zag, Erdogan in Turkije, Duterte op de Philippijnen, Vladimir Poetin als ex-man van de KGB, die wil dat zijn onderdanen geloven dat hij politiek onoverwinnelijk is, Orban in Hongarije met zijn illiberale democratie, die geen rekening meer houdt met de problemen van minderheden, Kacynski in Polen die spreekt namens het “ware” Polen, Kim Il sung in Noord Korea en tot slot Trump In de VS, ze passeren allen de revue met hun zeer verschillende achtergronden, ideologieën en toekomstvisies.
Ze wijst erop hoe riskant de ontwikkelingen in één land kunnen zijn omdat  de ene leider de andere inspireert en navolgt en zo een hele reeks fascistische leiders op gang brengt.

Albright waarschuwt niet alleen, ze deelt haar ervaringen en brede kennis van de buitenlandse politiek met ons en sleept ons mee met haar aantrekkelijke stijl en voorbeelden.
Haar geloof in de democratie en haar behoefte om jonge mensen op te leiden tot wat Hannah Ahrendt de kritisch-onafhankelijk denker en politiek bewuste en geëngageerde burger heeft genoemd, motiveert haar op haar leeftijd om nog zo’n erudiet en doorwrocht boek te schrijven.
Ze haalt Tomas Masaryk, in 1918 president van Tsjecho-Slowakije, aan: Democratie is niet alleen een staatsvorm, niet alleen iets dat is belichaamd in een grondwet; democratie is een kijk op het leven, vereist geloof in menselijke wezens, in de mensheid.
De vraag is of we in deze eeuw van ernstige aantasting van het klimaat, waarin we meer vertrouwen in algoritmen en KI lijken te hebben dan in de mens nog een echte oprechte discussie met elkaar kunnen hebben over waarden en zaken die er werkelijk toe doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *