Gender-neutraal

Minister van Engelshoven riep in het Algemeen Dagblad fabrikanten op om rolbevestigend speelgoed onder de loep te nemen. Het was een reactie op een verandering in de Franse speelgoedwinkels. Vanaf volgend jaar vind je daar niet meer de indeling ‘jongens’ en ‘meisjes’.
Het heeft veel reacties opgeroepen, te vergelijken met de Spoorwegen die nu omroepen: “Beste reizigers”, maar ik moest er vooral aan denken hoeveel er terugkomt in een mensenleven.
Mijn eerste kind werd geboren in 1981, het was een jongen en hij kreeg zelfs de naam ‘Ruben’, wat betekent : ‘zie een zoon’.
Maar mijn feministische inslag zei me toen dat ik hem wel ‘gender-neutraal’ moest opvoeden. Dat woord ‘gender-neutraal’ gebruikten we toen nog niet maar het idee dat jongens wat meer vrouwelijke trekken zouden kunnen ontwikkelen als zorgzaamheid en meisjes wat meer mannelijke als ambitie en zelfvertrouwen gaf een duidelijke richtlijn.
Dus op de crèche kreeg hij staartjes, thuis zorgde ik voor voldoende poppen, ik werkte ‘natuurlijk’ en als hij, want hij bleek als klein kind erg aan mij te hangen, tegen zijn vader, die hem toen hij ziek was, lief kwam verzorgen, “weg, weg” riep en mij wou, maande ik de man toch weer terug te gaan en vol te houden. Dat alles in het kader van een goede zoon/vader binding die er toe zou leiden, aldus Lilian Rubin dat de zoon in kwestie later zijn macho gedrag zou laten varen.
Arme jongen, arme vader, denk ik nu.
Diezelfde zoon zat een keer naast me op de bank, hij was vier jaar en zei: “Meisjes werken niet, want meisjes hebben een kutje”. Ik zou het zelf niet geloven als ik het niet had opgeschreven. Ik schreef bij mijn eerste nl nog alles op, later bij de andere twee raakte dat wat in de versloddering. Ik heb als Rooie vrouw en lid van de Emancipatieraad me nog met enthousiasme gebogen over de noodzaak van het vak verzorging vooral voor de jongens natuurlijk. Maar toen het zover was en mijn zonen het vak verzorging op school kregen, was er een avond dat ik de hulp van de oudste inriep bij het wegwerken van de rommel van de avondmaaltijd en hij me toeriep: “Sorry, mam, maar ik moet nog wat doen aan het vak verzorging”.
Het dieptepunt in mijn periode als werkende moeder was wel toen diezelfde zoon een keer thuiskwam van school en mij toevoegde dat hij zo’n bewondering had voor de moeder van een vriendje van hem, omdat ze het parket wel drie keer per dag boende!
Inmiddels is die oudste zoon uitgegroeid tot een succesvol advocaat, die goed verdient, werkweken maakt van 60 tot 70 uur, een lieve vrouw heeft die de huishouding voortreffelijk bestiert, parttime werkt en niet al te veel ambitie heeft en hij heeft twee schattige meisjes  van 3 en 6 met welgeteld 20 poppen waaronder zeer veel klassieke barbies.
Ze hebben een kist vol prinsessenkleren, een waanzinnige hoeveelheid tasjes met make up en nagellak en maken een keurige, lieve en  ook gelukkige indruk.
Tja, wat is er eigenlijk tegen?
Waarom probeerde ik met alle macht de vader, inmiddels mijn ex, zover te krijgen dat hij een deel van de verzorging en opvoeding van onze  drie kinderen voor zijn rekening nam? Dat ging overigens best nogal eens fout (hij was toen ik een week naar Canada was voor mijn werk vergeten diezelfde oudste zoon, toen 6, op te halen van school met alle ellende van dien).
Ons huwelijk is eraan kapot gegaan denk ik nu wel eens, aan die drammerigheid van mij om het allemaal ‘gender-neutraal’ en dus verantwoord goed te doen.
Als ik nu zie hoe gelukkig mijn oudste zoon is met zijn vrouw en zijn twee prinsesjes, zou ik bijna de vrouw weer terug naar de stofzuiger en het aanrecht roepen en natuurlijk de kapper en de schoonheidsspecialiste.
Waartoe leidt nu dit verhaal?
Wat is de conclusie?
Idealistische ouders kunnen nog wel eens enige recalcitrantie bij kinderen oproepen.
Niet alleen op het gebied van gender. Maar bijv ook als het om het klimaat gaat.  R. en ik wilden indertijd absoluut geen auto, ik kon niet rijden en we vonden de auto slecht voor het milieu. Nu  constateer ik dat al mijn kinderen auto’s hebben, die frequent gebruiken en niet meer zonder kunnen.
Mijn oudste vroeg zich laatst af hoe we dat in godsnaam deden zo zonder auto???
Misschien is dit gewoon gemopper van iemand die in de 70 is en al zoveel voorbij heeft zien komen. Als dat zo is, laat het dan lekker zitten en vergeet deze blog maar!!

2 reacties op “Gender-neutraal

  1. Hahaha! Geestig dit, Joyce, ik vergeet deze blog niet.

    Ik denk dat de progressieve mensen in de jaren ’70 en ’80 niet altijd even leuk voor elkaar waren. Ik had altijd het gevoel dat ik geëmancipeerd m o e s t zijn. Zelf was ik tevreden met mijn parttime-werk (wat niet zo parttime was, want (muziek)onderwijs kent structureel meerwerk, onbetaald uiteraard), maar dan moest ik van mijn geëmancipeerde medemens (m/v) ergens directeur worden, dan leek het nog wat.
    Als ik af en toe uit energiegebrek minder ging werken (een gezin, inclusief de verwekker, vreet energie) moest ik echt mentaal opboksen tegen de meewarige blikken en subtiele prikjes van de progressieve medemens. Dat zijn dan mijn frustraties, haha!

    1. Ha Maaike,
      Ach ja, dat is van alle tijden. Elske Doets van de Academie voor jonge talentvolle vrouwen en zakenvrouw van het jaar 2017, verklaarde bij DWDD van vorige maand nog dat vrouwen zoals jij en ik en zovelen die parttime werk combineren of combineerden met een gezin zgn ‘balanstrutjes’ zijn of misschien zei ze’balansmutsen’. Enfin erg complimenteus was dat dus niet.

Laat een antwoord achter aan Joyce Hes Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *