Het grote niets van Rosanne Hertzberger

Het grote niets, met als ondertitel: Waarom we te veel vertrouwen hebben in de wetenschap, is een essay van Rosanne Hertzberger in de serie Nieuw Licht, bedacht door Frank Meester en Coen Simon.
De auteurs wordt een vraag voorgelegd waarop zij in een essay het antwoord trachten te vinden. In het geval van Hertzberger wordt verwezen naar Francis Bacon  bij de vraag hoe het kan dat in een tijd van groot geloof in harde wetenschap er zoveel animo is voor meditatie en mindfulness.

Bacon stelt in zijn tijd, in Novum Organum (1620) dat waarachtige inductie dè manier is om wetenschap te bedrijven. (Wat mij betreft is de man bijzonder eigentijds want juist in dat begrip waarachtig schuilt de hele problematiek die Hertzberger in haar essay aan de orde stelt).
Bacon waarschuwt de wetenschappelijk onderzoeker bij voorbaat: weet dat je zintuigen je kunnen bedriegen, dat je als onderzoekend subject bevooroordeeld bent, houdt rekening met de taal die wordt gebezigd, waarin eigentijdse generalisaties, nomen en waarden je af kunnen houden van objectieve waarheidsvinding en wees ook beducht voor verzinsels, fantasieën die meer gemeen hebben met theater dan met wetenschap.
Ik vertaal even op mijn manier wat er in het boekje over Bacon wordt gezegd en geciteerd.

Rosanne Hertzberger heeft zich wat mij betreft laten verleiden om haar aversie van meditatie en mindfulness leidend te laten zijn in haar betoog over het wel en wee van wetenschapsbeoefening.
Als ze terecht aantoont dat er sprake is van een valse verwetenschappelijking van meditatie- en mindfulness-technieken en hun effecten in het kader van commercialisering van deze in essentie uit de religie afkomstige praktijken heeft ze een punt.
De vraag waarom die behoefte aan wetenschappelijke legitimatie zo groot is beantwoordt ze als volgt: “Wetenschap is onze belangrijkste steunpilaar aan het worden. Het wekt de indruk van een bepaald soort nietsigheid; nihilisme”. Ze bedoelt hier, maak ik op, dat er niet meer sprake is van (grote) ideologieën. En ziet het terug in “evidence-based”-beleid (heeft ze wat tegen dus).
Het woord nihilisme duikt mij te vaak op en niet wordt helder gemaakt wat ze nu eigenlijk onder nihilisme verstaat. Immers de mens die waarachtig de waarheid zoekt en daaruit wil leren lijkt mij geen nihilist. (Niet lang geleden stierf de buitengewone man, wiskundeleraar, onderwijsonderzoeker en adviseur, Ido Abram, bepaald geen nihilist maar leren was voor hem het leitmotiv in zijn leven.)

De vrouw die in 2017 zich zo opwond over de technofobe consument en zijn anti-wetenschappelijke houding ten aanzien van voedsel en toegevoegde E-nummers in haar boek Ode aan de E-nummers stelt nu ronduit dat de wetenschap terug moet in haar hok omdat er zo vaak misbruik van wordt gemaakt.
Terwijl Bacon juist pleitte voor een zorgvuldig gebruik van wetenschap, voor een empirie die samenging met ethiek en zelfreflectie, vindt Hertzberger dat een hoop van de bewijslast overboord moet.
Uit haar essay blijkt dat ze weinig fiducie heeft in dè wetenschap. “Ons vertrouwen in wetenschap is te groot,” stelt ze op pag 59. “Wie zegt dat wetenschap ook vaak maar een mening is, heeft te vaak eenvoudigweg gelijk.”
Stel dit tegenover haar visie van 2 jaar geleden: “Technologie maakt ons leven lekkerder, veiliger en duurzamer”. En haar enthousiaste beschrijving van yoghurt: “Microbiologisch huzarenstukje en genetisch samenspel tussen lactobacillen en streptokokken, vernuftig aangevuld met  stofjes die de yoghurt mild en romig maken”.
En “E-nummers zijn de stofjes die voedselfabrikanten mogen toevoegen aan hun productie. Geen additief zo uitvoerig gecontroleerd, getest en veilig bevonden als die E-nummers,” aldus Hertzberger.

Wat is er zou je als buitenstaander zeggen in die twee jaar met Hertzberger gebeurd?
Meent ze serieus dat je de legitimaties van meditatietechnieken uit wetenschappelijke hoek als uitwas van commercialisering op de hak kan nemen, zonder ook maar enigszins twijfel te hebben over de “betrouwbare” testen en controles waar het ons zeer gecommercialiseerde voedsel betreft?
Het enige dat we weten is dat ze voor de tweede maal moeder is geworden, maar dat kan toch niet zo’n ommezwaai hebben veroorzaakt? Ze maakt er geen geheim van dat ze actief joods is, maar ook dat kan toch niet verklaren waarom ze ons nu opeens een goeroe aanraadt of een influencer. Iemand als Baudet misschien?

Enfin, ik kan het niet volgen.
Wat ik nog wel wil doen in deze blog is ontrafelen waar haar essay eigenlijk over gaat of wat mij betreft over zou moeten gaan:
1) Waarom ligt integere wetenschapsbeoefening zoals Bacon bedoelde, onder vuur?
Heeft dat met vermarkting te maken en zo ja, wat willen we eraan doen om integere wetenschapsbeoefening te beschermen als kwetsbaar goed? Hoe belangrijk is dat eigenlijk in een tijd dat feit en fictie steeds vaker als  een niet langer relevant verschil worden gezien?
Moeten we in dat verband toch weer terug naar een Kantiaans onderscheid tussen geloven en weten?
2) Waarom is in onze tijd de behoefte aan wetenschappelijk legitimatie zo groot en wat is daar tricky aan?
Ik heb daar ooit in 1981 een proefschrift over geschreven, althans ik heb daarin betoogd dat ervaringskennis even serieus moet worden genomen als wetenschappelijke of kwantificeerbare kennis en heb verwezen naar de zgn “Verdinglichung” van de mens, de mens die zelf object wordt in een tijd van vooruitgangsdenken en maakbaarheid.

En daar lijken Hertzberger en ik het in elk geval met elkaar eens: neem de mens, de persoon serieus.
Als die mens, persoon, zegt dat hij of zij baat heeft bij meditaties, waarom zou je dat per definitie wantrouwen en als er een onderzoek komt waarin wordt gesteld dat meditatietechnieken gunstig werken op DE hersenen (van iedereen dus) moet je dat geloven.

Laten we tenslotte met Bacon eens goed opletten op wetenschappers van het type Robbert Dijkgraaf.  Zegt hij in zijn publiekscolleges dat je als wetenschapper ook last hebt van je (beperkte) zintuigen? Merkt hij ook op dat hij maar een mens is met zijn vooroordelen en aangepastheid aan de wereld waarin hij leeft?
Vertelt hij ons wat over de dilemma’s die hij ervaart als wetenschapper?
Laat hij ons zien dat de toekomst niet vastligt maar juist ook door de invloed van de mens onderhevig kan zijn aan rampen en onverwachte scenario’s? Kortom waar is de twijfel bij Dijkgraaf? Waar is zijn bescheidenheid als wetenschapper en zijn zelfinzicht?

Maar ik kan me voorstellen dat Hertzberger zich liever waagt aan een hilarisch verhaal over Dorsey in Myanmar dan aan een kritische beschouwing over het aan de man brengen van de wetenschap als fantastisch vergezicht.

7 reacties op “Het grote niets van Rosanne Hertzberger

  1. Ik googlede wat naar dit boekje en toen vond ik deze blog.

    “Immers de mens die waarachtig de waarheid zoekt en daaruit wil leren lijkt mij geen nihilist.” Dat hangt ervan af wat “nihilisme” betekent. Nihil betekent “niets”. Er is dus niets buiten de natuurlijke orde. Als God dood is dan is er verder niets dan een gapend heelal met ons op een stofkorrel ergens in een uithoek van het universum.

    In conservatieve kring is het tegenwoordig een thema dat de nihilistische secularisatie veel mensen het houvast in het leven heeft weggenomen. Daartegen ageert Hertzberger, zoals ook bleek uit een van haar columns in de NRC; ze schreef daar dat lid zijn van een kerkgenootschap over meer gaat dan alleen over geloof, en dat is natuurlijk ook zo. Op mijn vraag antwoordde ze dat ze echter niet verwachtte dat veel mensen weer gelovig zouden gaan worden. Dat is het moderne thema: je kunt wel denken dat het fijn zou zijn om gelovig te zijn, maar daardoor word je niet gelovig.

    Als Hertzberger meent dat “de wetenschap” terug is de kast moet, dan was het interessanter geweest als ze had ze uit kunnen leggen wat de situatie is in de natuurkunde en in de chemie.

    Wel grappig dat u Dijkgraaf noemt. In natuurkundige kringen meent men dat hij beweringen doet waarvoor er geen enkele empirische onderbouwing is. Bij die publiekscolleges vindt Matthijs van Heijningen alles wat Dijkgraaf zegt prachtig, maar dat zegt niets. Van Heijningen heeft Nederlands gestudeerd, geen natuurkunde.

    1. Dank Martin voor je reactie.
      Leuk dat een nieuwkomer, althans iemand die ik niet ken reageert op één van mijn stukken!
      Joyce

  2. Ik wil het nog wel wat breder trekken.

    Er is sinds enige jaren een rechts-conservatief anti-Verlichtingsgeluid te horen.

    Zie bv https://tpo.nl/2019/07/05/thierry-baudet-zomermanifest-we-zijn-een-partij-die-door-de-clash-of-opinions-tot-de-beste-inzichten-en-argumenten-komt/

    Wat mij opvalt in dit soort teksten is dat je nooit te horen krijgt wat nu eigenlijk de conclusie is. Baudet zegt bv

    “Onze beleidsvoorstellen gaan veel dieper dan de waan van de dag. Een misschien wat hoogdravende speech, een essay over Houellebecq: ze komen voort uit een poging daadwerkelijk tot de kern te komen. Er wordt bij ons écht over zaken nagedacht. Omdat we alleen dán met beleidsvoorstellen kunnen komen die hout snijden.”

    Maar als je dat essay over Houellebecq hebt gelezen, dan blijf je achter met de vraag wat de conclusie is. Baudet moppert in het essay over het feminisme, dan wil ik toch wel graag dat beleidsvoorstel zien. Het valt niet te ontkennen dat de positie van de Westerse vrouw in de laatste 50 jaar nogal veranderd is, dat hoeft Baudet mij niet te vertellen, maar wil hij daar iets aan of tegen doen? Ik weet het niet.

    Ook valt op dat Baudet zowel voor als tegen de Verlichting is. Bij Hertzberger zie ik hetzelfde verschijnsel. We lijden aan het Grote Niets, maar wat we daar aan moeten doen blijft een raadsel. Dat is Nietzsche’s “God is dood”. Ik vermoed dat Hertzberger om die reden over pseudo-wetenschap schrijft, omdat ze toch moeilijk de moderne echte wetenschap kan aanvallen. Het gaat mij niet specifiek om dit boekje, het is een algemener thema.

    Zie ook https://thetrueeurope.eu/een-europa-waarin-we-kunnen-geloven/

    Punt 12: “Europa is niet begonnen met de Verlichting, en ons geliefde thuis vindt zijn voltooiing niet in de Europese Unie.”

    Maar waar het dan wel zijn voltooiing in vindt? Er wordt nu al 300 jaar gebakkeleid over de Verlichting. Tegenwoordig wordt dat allemaal weer herkauwd, maar nog steeds weten we niet wat het alternatief zou moeten zijn. Ik verbaas mij dan ook over dat peudo-intellectuele geneuzel bij FvD. Dat is toch geen politiek?

    1. Beste Martin,
      Dank voor je reactie. Het dubbele in het denken van zowel Hertzberger als Baudet, hoewel ik beide zeker niet op één lijn wil stellen is dat ze hun twijfel aan objectieve waarheid(s vinding) verwoorden en de Kantiaanse scheidslijn tussen geloof en wetenschap/kennis fragwürdig stellen.
      Hertzberger zegt wel dat wetenschap nog steeds ondanks alles de belangrijkste, betrouwbaarste bron van kennis blijft maar op het eind van haar essay, laatste zin zegt ze: Men zou gewoon weer eens wat kunnen proberen te geloven, in plaats van het bewezen te willen zien.
      Wat haar betreft kan het één en ander naast elkaar plaatsvinden maar als ik haar goed beluister lijkt het toch wel of ze meer fiducie in het geloof (in haar geval het joodse) heeft dan in de wetenschap.
      Bij Baudet is inmiddels de SGP populair, ex SGP ers weten Forum te vinden en voelen zich aangetrokken tot zijn (conservatieve) gedachtegoed.
      Terug naar duidelijke scheidslijnen tussen mannen en vrouwen en hun rollen bv.
      Godsdienstbeoefening lijkt dat so wie so met zich mee te brengen.
      Wat is het alternatief?
      IK heb in een boekje: Recht doen aan de buurt het alternatief: personalistisch genoemd. Personalisten als Mounier zochten naar de noemer waaronder mensen elkaar herkenden.
      Terwijl humanisten nogal eens een hekel hebben aan iets wat met spiritualiteit te maken had, schuwde Mounier (van huis uit katholiek)dat niet, hij was een integraal denker.
      Bij ons is een voorbeeld: de oude Philip Kohnstamm, (joodse achtergrond, later meer de christelijke kant uitgegaan).
      Max Kohstamm, de jongste zoon van Philip, de (mede)grondlegger van de Europese gemeenschap, had ook die integrale benadering.
      Hij maakte in de oorlog deel uit van de groep: De Heeren Zeventien, als gegijzelden in Sint-Michielsgestel. Deze mannen maakten van hele diverse partijen deel uit, SDAP, RKSP, ARP, CHU ed en stonden zeer kritisch tov het vooroorlogse politieke bestel.
      Er werd gesproken over de politiek toekomst van Nederland en de te verwachten problemen en juist deze groep “ïntegralen”heeft na de oorlog een zeer grote invloed gehad.
      Hun “personalistische”benadering waarin op een fundamentele manier plaats was voor iedereen ongeacht wat hij geloofde of misschien juist omdat anderen een andere levens of geloofsovertuiging hadden en zo waardevol waren als “ander”mens, heeft Nederland sterk geholpen er na de oorlog weer bovenop de te komen.
      Ook nu zou een personalistisch perspectief waarin op een fundamentele manier plaats is voor “de ander”(zie overigens ook Buber en Levinas) ons kunnen helpen wereldproblemen aan te pakken en onze eigen bekrompenheid te overstijgen.

  3. Dank voor je reactie, Joyce.

    Ik ben natuurkunde gewend, en denk in termen van likelihood, dus van geloofwaardigheid. Er is, behalve in de wiskunde, geen onderscheid tussen bewijs en geloof. Als de likelihood van een hypothese 99,9% is dan is het wel behoorlijk bewezen. En om die likelihood te bepalen heb je data nodig (Bayes). Ik kwam vanuit de natuurkunde op de Verlichting, en merkte pas later dat er weerstand is, en altijd is geweest, tegen de Verlichting. Sindsdien probeer ik wel te begrijpen waar “de ander” het over heeft.

    Over je laatste paragraaf: ja, dat is zo. Alleen hoe krijg je de extremisten op zowel links als rechts zover? Of religieuze extremisten? De Heeren Zeventien hadden de oorlog meegemaakt, en wilden begrijpelijkerwijs verhinderen dat zoiets nog eens zou gebeuren. Daarom hebben we de EU, alhoewel velen dat tegenwoordig niet meer inzien.

    1. Belangrijk Martin jouw opmerking dat het meegemaakt hebben van de oorlog alles verandert. Inderdaad, zelf van 1946, dus niet de oorlog hebbende meegemaakt valt me wel op dat bv tav opvattingen over strafrecht en gevangenissen de mensen die zelf tijdens de oorlog gevangen hebben gezeten na 1946 en vooral sinds de jaren 60/70 progressievere opvattingen hadden over dat strafrecht.
      Zie bv Louk Hulsman, bij wie ik indertijd ben gepromoveerd.
      De repressie is nu weer helemaal terug en een kritische houding wordt mensen gewoon kwalijk genomen. (zie de discussie in de Amsterdamse gemeenteraad bv over suicide by cop…

Laat een antwoord achter aan Martin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *