Het land waar de markt werkt; sprookje van deze tijd

In deze vakantietijd zult u op deze pagina sprookjes van deze tijd aantreffen ipv de gebruikelijke blogs. De afgelopen week ben ik daar al mee begonnen. Zoals u als lezer begrijpt gaat het hierbij om fictie en dus niet om de non-fictie die u van mij bent gewend.

Het land waar de markt werkt

Er was eens een land, waar ze geloofden in marktwerking, zo noemden ze dat. Niet de mensen op de markt werkten maar de markt zelf werkte vonden ze daar. Zo begroetten ze elkaar ook. Ze zeiden niet: “Goede dag”, maar “Goede marktwerking”, en vlak voor het eten hadden ze de gewoonte om naar hun bord te kijken en tegen elkaar te zeggen: “Wat werkt de markt toch vandaag weer goed voor ons”.

Marije was in dat land geboren , een slim meisje dat net haar tiende verjaardag had gevierd en veel cadeautjes had gehad, ook allemaal cadeautjes die ze eigenlijk niet nodig had en die ze aan haar buurmeisje had gegeven. De vader van het buurmeisje dat Mirthe heette had opeens zijn baan verloren en toen Marije dat had gehoord had ze aan haar vader die directeur van een bank was gevraagd: pap, waarom heeft de vader van Mirthe zijn baan verloren? Is dat ook marktwerking?
De vader van Marije was groot en stevig, kreeg eigenlijk al een buikje, dat hij meestal inhield maar bij diners met zakenmensen lekker voluit kon laten hangen onder tafel. Zijn vrouw, de moeder van Marije, was klein en slank en als ze bij zulke diners naast haar man zat pestte ze hem een beetje door juist dan even onder tafel haar hand op zijn buik te leggen.
“Natuurlijk schat,”  zei de vader van Marije, “als de vader van Mirthe zijn baan verliest is dat marktwerking. Weet je waarom? Omdat hij in een fabriek werkt waar auto’s worden gemaakt en auto’s kunnen tegenwoordig goedkoper in andere landen worden gemaakt omdat degenen die in de fabriek werken daar minder kosten en mensen willen nu eenmaal liever minder betalen voor een auto als die auto even goed is. En dat geldt ook voor robots, robots zijn goedkoper dan mensen en dan zetten ze robots in de fabriek die het werk van mensen kunnen doen en dat willen de kopers van auto’s liever want ze willen nu eenmaal graag minder betalen voor eenzelfde kwaliteit”.

“Maar pap,” zei Marije die niet op haar achterhoofd was gevallen, “als de mensen nu weten dat hun buurman of vriend of vader wordt ontslagen als ze minder geld betalen voor een auto zouden ze dan niet meer willen betalen zodat iedereen toch werk heeft en dus ook een auto zal kunnen betalen zodat er juist meer auto’s komen en meer mensen kunnen werken?”.
De moeder van Marije mengde zich in het gesprek en hoorde de laatste zin. De moeder van Marije was milieubewust, en riep: “Hè bah, nog meer auto’s en er zijn er al zoveel, al die vervuiling, we moeten juist minder auto’s hebben”. Marije dacht meteen: en jij dan, waarom moet jij een klein mini-tje, pap heeft toch al een auto, maar ze hield haar mond maar want ze kende haar moeder, daar viel niet tegen op te praten.
Haar vader ging nog even door en zei: “Marije, kijk dat is nu het verschil, als ik werkeloos zou worden omdat bv de bank failliet raakt is dat geen marktwerking dan springt de overheid bij, ze zijn veel te bang dat de mensen dan al hun geld kwijt zijn, maar als de vader van Mirthe werkeloos wordt wel”.
Marije wilde al meteen weer een vraag stellen maar zag dat haar vader naar haar knipoogde. Haar vader maakte een grapje. Hij maakte wel vaker grapjes die ze de helft van de tijd niet begreep, maar haar moeder zei vaak: kind, je vader heeft humor en dat was iets moois begreep Marije, dus vroeg ze maar niet verder.

Maar vanaf dat moment hield het haar bezig. En ze begon heel goed op te letten. Ze had van haar vader begrepen dat alles in deze wereld draaide om vraag en aanbod. Bij de marktwerking ging het om de vraag, de vraag was nu eenmaal zus of zo en daar voegde zich de wereld naar.
Marije begreep dat de vraag ook iets te maken had met behoeften en ze testte het op haar moeder uit: “Mam, ik heb vandaag heel erg veel behoefte aan een taart met veel slagroom en mooie versierselen erop”.
Haar moeder reageerde meteen en zei : “Kind een taart, hoezo je bent toch niet jarig, dat duurt nog even en veel slagroom is ongezond dat weet je toch?”.
Die avond toen de vader van Marije thuiskwam kon ze niet wachten om haar vader te vragen: “Pap, hoe komt het dat er zoveel ongezonds in dit land is, drank, snoep, ongezonde frisdrank, auto’s terwijl het veel gezonder is om te lopen, ongezonde spelletjes waar je verslaafd aan kan raken zodat je je huiswerk niet meer doet? Is dat misschien ook de marktwerking en als dat zo is, omdat mensen graag ongezonde dingen eten en doen, moet je dat dan juist niet tegengaan? Is marktwerking soms ongezond?”.

Haar vader begon meteen te lachen: “Van wie heb je die wijsheid, Marije” zei hij. “Je zal nog eens zien, er schuilt een econoom in dit kind” zei hij trots meer tegen haar moeder dan tegen haar. “Pap”, zei Marije, “je hebt nog geen antwoord gegeven”.
“Schat”, zei haar vader en trok haar op schoot,” we leven hier in een vrij land en dat kan betekenen dat mensen ongezonde dingen doen of willen hebben. Dat moeten we respecteren,” zo noemen we dat.
Marije weer: “Maar als ze nou eerder doodgaan of hun school niet af kunnen maken omdat ze aldoor computerspelletjes zitten te doen?” “Kijk,” zei haar vader “dat is opvoeding: ouders moeten zorgen dat hun kinderen niet verslaafd raken maar als ze eenmaal volwassen zijn, tja dan ga je er zelf over”.

Marije was nog niet tevreden gesteld. “Maar pap, als we er nu voor zouden zorgen dat in de supermarkten gewoon alleen gezonde dingen te koop zijn, dus niet al die conserveermiddelen en suikers in producten, dan had je toch minder dikke mensen en dan leefde iedereen toch langer en gelukkiger?”.
“Schat,” zei haar vader, “jij bent een idealist, dat is mooi, die moeten er natuurlijk ook zijn, maar pas op voor dogmatisme hè. Want als dogmatici het voor het zeggen krijgen nou berg je dan maar dan mag je dadelijk helemaal niks meer, dan komt de politie aan huis als je een kilootje suiker in je keuken hebt staan, haha,” en hij sloeg op zijn knieën van het lachen. Marije’s vader vond zijn eigen grappen vaak erg leuk. Marije schaamde zich op zo’n moment voor hem, want ze zag aan andere mensen dat ze hem dan niet konden volgen of zijn grappen niet zo leuk vonden als hij ze vond.
“Maar als Mirthe’s pappa geen werk meer heeft omdat we geloven in de marktwerking dan zijn we toch ook dogmatici,” vroeg Marije aan haar vader, die haar onmiddellijk van zijn schoot zette en tegen haar moeder zei: “Dit kind wordt veel te wijsneuzig, van wie zou ze dat nou toch hebben”.

De moeder van Marije, die net was thuisgekomen van een vergadering van één van haar besturen, want de moeder van Marije was in heel veel besturen gevraagd omdat ze allemaal dachten dat zij er misschien voor kon zorgen dat hun eeuwige geldprobleem via haar man kon worden opgelost, schudde haar hoofd. Dat betekende altijd: laat maar, hier heb ik ook geen antwoord op.
“Kind , heb je je huiswerk al af?” vroeg ze maar. Dat was net zoiets als marktwerking, een zin, een woord dat je altijd te pas en soms te onpas kon gebruiken, vond Marije. “Ja hoor,” zei ze maar. Ze wou eigenlijk zeggen dat ze school stom vond, dat je er niks leerde en dat ze op de echte vragen die je had geen antwoord wisten, nog sterker, die vragen kwamen helemaal niet er sprake. De school leek je wel af te leiden van alle echte vragen en antwoorden. Een manier om je bezig te houden zodat je juist niet teveel vragen ging stellen en met feitjes stampen en gewenste antwoorden geven je tijd ruimschoots kon vullen en ook nog goede cijfers en waardering kon behalen.

Toen Marije ouder werd koos ze voor de goede cijfers en de waardering ook al omdat ze van haar ouders hield en merkte dat haar vader kwaad werd als ze zulke moeilijke vragen stelde en haar moeder afstandelijker deed, kortom dat ze haar ouders van wie ze erg veel hield kwijt raakte met “haar moeilijke gedoe” zo noemden ze dat.
En ze ging na haar middelbare school economie studeren en communicatiewetenschap en haar ouders waren trots op haar en vertelden iedereen over hun knappe dochter die tegenwoordig werkte als directeur bij een marketing- en tevens internet-verkoopbedrijf dat gespecialiseerd was in profiling van potentiële klanten. Dat betekende dat over iedereen zoveel mogelijk gegevens werden verzameld om er achter te komen wat ze misschien zouden  willen kopen of waaraan ze misschien behoefte zouden kunnen hebben en dan benaderde dat bedrijf die mensen persoonlijk dat wil zeggen op hun IP-adres dat eigenlijk belangrijker was geworden dan een huisadres met aantrekkelijke aanbiedingen.
Als die mensen dan ingingen op die aanbiedingen had je kans dat ze kopers bleven, dan had je ze als klanten ‘gestrikt’ en dat was wat ze noemden de target van dat bedrijf: klanten ‘strikken’, er een strik om doen en dan konden ze geen kant meer op, dachten ze daar bij dat bedrijf.
Marije ontmoette er ook de vader van haar kinderen. Ze kregen een jongen en een meisje en dat meisje dat ze Mirthe noemden naar Marije’s vroegere buurmeisje vroeg aan haar moeder toen ze 10 jaar was: “Mam, wat bedoelen ze toch met marktwerking?” En toen Marije zei: “dat is heel simpel schat: de markt dwz de vraag bepaalt het aanbod,” vroeg Mirthe: “Maar mam je hebt me toch zelf verteld dat jij ervoor zorgt dat mensen een vraag hebben en dat ze zonder jullie misschien helemaal niet zoveel vragen of behoeftes hebben? En jullie zijn toch eigenlijk ook tegelijk aanbod? Is dat nou wel eerlijk mam?”.

Marije kreeg opeens een rood hoofd en bedacht dat ze ooit zelf dat soort vragen had gesteld aan haar ouders, maar ze wist niet wat ze moest zeggen dus zei ze maar: “Mirthe, heb je je huiswerk al gemaakt?”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *