In memoriam Jacqueline de Savornin Lohman

Zondag 26 augustus vierde ze haar 85e verjaardag met een spetterende show in het vernieuwde Parooltheater, een afscheid van haar cabaretcarrière, het theater waar ze ook begon. Well alive and kicking stond ze daar op het kleine podium en droeg met verve en zonder hapering haar liedjes voor. De zaal of liever het volgepropte zaaltje lag aan haar voeten. Jacqueline de Savornin Lohman, ze leek honderd te worden, minimaal. De dag erop kreeg ik nog een mailtje van haar: “Ha, Joyce, hier is de toestand: gelukkig en confuus van alle indrukken, liefdesbetuigingen, uitingen van vreugde en gezellige dingen in het vooruitzicht. Ga door met van alles, adrenaline-shot nog werkzaam”.

Het mocht niet zo zijn.
De vrouw die zich haar leven lang niet liet kisten en zichzelf steeds weer uitvond is niet meer, 3 maanden na wat een groots slotakkoord bleek te zijn.
Er hebben al vele beschrijvingen van Jacqueline de revue gepasseerd zoals ‘avontuurlijk’ (op haar rouwkaart), ‘een ware Heintje Davids’ (de digitale Parool van zaterdag jl) of ‘homo universalis'(Volkskrant).  En dan heb ik het nog niet over alle interviews met haar en portretten die tijdens haar leven van haar zijn gemaakt.
Want een succesvolle cabaretcarrière beginnen na je zeventigste valt op en na een optreden bij De Wereld Draait Door was het hek van de dam en werd ze voortdurend gevraagd, bereisde de gekste plekken van het land.
Ze was daarvoor al heel veel: jurist, advocaat, onderzoeker, professor, promotor en scriptiebegeleider, Eerste Kamerlid voor D66, moeder, grootmoeder.
En dus nu ook nog cabaretière die haar eigen liedjes schreef.

Ze was van adel (daar kwam ze later in haar interviews ook rond voor uit), kwam uit een bekende Nederlandse CHU-familie en had, zou je zeggen, dus alles mee.
Elite, ja.
Maar heeft ze het daarom in haar leven makkelijk gehad?
Nee.
Ze paste niet in straatjes en wilde dat ook niet.
Misschien begon dat wel met haar ervaring als tiener in de Indische kampen. Ze had precies de leeftijd van mijn oudste zus in Theresienstadt.
Een kwetsbare leeftijd met een aankomende puberteit, een leeftijd waarop je je verantwoordelijk voelt voor een jonger zusje of broertje, een leeftijd waarop je een steunpilaar voor je moeder probeert te zijn onder de meest bizarre omstandigheden.
Zoals veel mensen die de kampen hebben overleefd zei ze er weinig over, ook in de intensieve gesprekken die wij samen hadden in 2008, 2009, 2010, waarin we over zeer veel uiteenlopende onderwerpen hebben gesproken van actuele politiek, wetenschap, denkbeelden van Louk Hulsman, met wie we beiden een band hadden tot en met moederschap, scheiding, leven en dood.
Of misschien ontstond die buitenstaanders-positie ook toen ze tijdens haar studie in Leiden voor haar onverwacht werd opgenomen in een inrichting, een ervaring die ze later dubbel en dwars te gelde heeft gemaakt met haar onderzoek naar en betrokkenheid bij afwijkend gedrag, de geestelijke gezondheidszorg en het welzijnswerk.
Toen ze een keer moest optreden voor CEO’s van banken heeft ze een liedje ten gehore gebracht over faal-kracht, wat ze me trots liet zien. Faal-kracht, kracht ontleend aan dingen die tegenzitten in plaats van zo goed gaan.

Als vrouw met een mening en visie op de samenleving ondervond ze in de jaren zeventig en tachtig weerstand van gevestigde heren. Zo werd ze geen rechter (daarover heeft nog een stuk in Vrij Nederland gestaan), geen hoogleraar in Twente (een man en protegé van professor Melai in Leiden werd daar benoemd), en werd haar latere benoeming in Amsterdam ondermijnd.
Maar ook haar afkomst en lidmaatschap van D66 konden tegen haar werken.
Ik citeer: ‘Mijn benoeming in Amsterdam heeft vier jaar geduurd. Ik was veel te liberaal voor al die meer marxistisch geörienteerde studenten. Een aantal actiegroepen wou toen niets met D66 te maken hebben, een elitair stelletje geleerden, ambtenaren’.
Terwijl ze door sommigen bv op het ministerie van Justitie (Mulder) maar ook later in haar eigen D66-fractie in de Eerste Kamer te radicaal werd gevonden, was ze voor anderen weer te liberaal.
Jacqueline vond zichzelf uit, keer op keer.
Een scheiding die ze niet zag aankomen en ook niet had gewild bracht haar er uiteindelijk toe de fraaie villa in Oegstgeest in te ruilen voor een appartement aan de  Weesperzijde in Amsterdam. (Ze ging me voor want ook ik scheidde jaren later en ook ik verhuisde naar deze bruisende stad.)
Ze begon er na een moeilijke periode een nieuw leven en slaagde daarin met verve.
En dan tot slot een brand die uitbrak in haar sfeervolle appartement omdat een kaarsje omviel en haar sprei aanstak. Ze moest tijdelijk haar woning uit en huurde een andere.
Ook dat overleefde ze en vertelde me lachend dat haar kinderen haar al hadden aangeraden in verband met haar leeftijd  om eens te gaan denken aan een comfortabele aanleunwoning, geheel senior-proof.

Jacqueline, de doorzetter, Jacqueline van de savoir vivre, Jacqueline die zoals ze me vertelde zo hield van de geur van gras als het pas gemaaid was.
Ze had een theorie over het einde van het leven: Het is allemaal niet vergeefs, je wordt stof en daar zit van alles in: je dna en daar is intelligentie in opgeslagen, het is sterrenstof, het gaat gewoon de kosmos in, al dat geploeter en gefaal en wat je hebt bereikt. Er gaat niks verloren en alles keert zich naar buiten en daar komen weer onvoorspelbare processen uit voort.
In 2010 verscheen mijn dichtbundel Kwijt. Jacqueline zei me indertijd dat als ze ooit kwam te overlijden dat gedicht moest  worden voorgedragen. Ik eindig er graag mijn In Memoriam mee, opgedragen aan Jacqueline!

Als ik morgen doodga

Als ik morgen doodga
of vannacht plotseling overlijd
in mijn slaap

Treur dan niet om mij
vergeet ons niet-afscheid
of onze laatste woorden

Als ik morgen doodga
of vannacht heb dan geen spijt
om wat niet gezegd of gedaan is

Vergeet hoe het anders had gekund
en beter, vergeet de pijn
om wat als leegte voelt

Weet dat ik gelukkig ben
een zachte dood gestorven
dat ik tevreden het leven heb gelaten
voor wat het was

Ik hield ervan
weet dat en ook dat ik liefde  heb gekend
en vriendschap
en een onuitputtelijke bron van inspiratie
anderen noemen die God

Weet dat ik hield van jullie allemaal
die ik achterliet
weet dat en nog veel meer

Niet in woorden te vatten
zoek de stilte op
dan weet je het.

3 reacties op “In memoriam Jacqueline de Savornin Lohman

  1. wat heb je toch weer een prachtige weldaad verricht. Zo vanuit het hart een levensloop van Jacqueline omschrijven, haar personality benadrukkend, laat ook zien hoe groot jullie vriendschap was. Dat is jouw grote verdienste, die weer mijn bewondering voor jou voedt.

  2. Lieve Joyce,

    Wat een mooi in memoriam voor je vriendin Jacqueline.
    En wat een mooi gedicht ook!
    Je zult deze sprankelende vrouw wel missen, sterkte!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *