Moeilijke keuze

Ik betrap me erop dat ik het lastig vind deze week een blog te schrijven want waar moet die over gaan?
Over 1 mei, de dag van de arbeid?
De dag die me eraan herinnert dat we meer dan 30 jaar geleden op bijeenkomsten van de PvdA In Leiden met het 1 mei-koor uit volle borst de Internationale zongen.
Als ik de tv-beelden uit India zie van grote groepen demonstranten die strijden voor verbetering van hun arbeidsomstandigheden en positie onder het motto: arbeiders verenigt u, kan ik nòg sentimenteel worden.

Of moet het gaan over 2 mei, over Jom Hasjoa. Oorspronkelijk Jom Hasjoa en Weharewoera. De dag van de vernietiging en heldendom, want in het Israël van 1953, toen deze dag voor het eerst werd gehouden moest juist ook het joods verzet en de opstand  van het getto van Warschau worden herdacht. Inmiddels is het hier te lande een alternatief geworden voor de herdenking op de Dam die breed uitwaaiert over vele categorieën slachtoffers.
Deze herdenking werd voorafgegaan door een middag in het Verzetsmuseum waar de gelegenheid werd geboden de namen te noemen van familieleden die niet meer terug waren gekomen en van wie het nageslacht vaak niets meer weet.
Zo vertelde een man van in de zestig dat hij dankzij een recent opgedoken foto van zijn vermoorde oma, die hij nooit heeft gekend, een geheel vernieuwde relatie met haar heeft gekregen doordat hij iedere dag haar portret ziet, begroet en toespreekt. Hij vindt haar steeds mooier en gaat van haar houden.

Of misschien over 3 mei, de dag van de empathie, begreep ik pas onlangs, maar ook en misschien belangrijker, de internationale dag van de persvrijheid, nu pijnlijk duidelijk wordt hoe riskant het beroep van journalist eigenlijk is zeker als je waarheidszoeker bent en misstanden boven tafel wilt krijgen. Riskanter dan het werken bij een mijnen-opruim-dienst zo meldde een bericht in de Volkskrant.

Of 4 mei, de dag van de officiële  dodenherdenking, waar ieder jaar de vraag is of niet weer nieuwe groepen ter herdenking moeten worden opgevoerd. Zoals enkele jaren terug de kwestie speelde of niet een familielid die (aan de verkeerde kant) aan het Oostfront vocht en daar gesneuveld was niet moest worden herdacht; of  een ander onlangs publiekelijk stelde dat het tijd werd dat de Indonesische bevolking die  door ons toedoen was vermoord wordt herdacht.
4 mei, de dag die op tv wordt afgesloten met een documentaire over Gemmeker, de kampcommandant in  Westerbork, die we op een fototentoonstelling in het Holocaustmuseum aantreffen, terwijl hij met Aus der Fünten het glas heft, vergenoegd over de vlot verlopende deportaties.
Dezelfde Gemmeker over wie Ad van Liempt een boek heeft geschreven en die zich in heel wat meer aandacht mag verheugen dan die grootmoeder van wie het kleinkind nu pas een portret heeft kunnen bemachtigen maar van wie hij nog steeds de naam niet kent.

Of 5 mei, de dag van de vrijheid, die terecht in ons land wordt gevierd met vrijheidsmaaltijden en lezingen en het besef dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Maar ook dat door de tijd heen, de vrijheid (van bewegen) van de één (die oorlog en ellende ontvlucht) niet de vrijheid van de ander is, die zich als globetrotter of toerist of zakenman vrij over alle grenzen heen kan bewegen. Zoals we op 4 mei al gezien en gehoord hadden.
En dan heb ik het nog niet over het misbruik van het woord vrijheid dat door de politiek of politieke partijen kan worden gemaakt om de ander van die vrijheid uit te sluiten.
Het is moeilijk kiezen deze week maar misschien houden al die dagen wel verband met elkaar en kan er zonder waarheidsvinding en het aan de kaak (kunnen) stellen van misstanden en onrecht  en zonder empathie geen internationale solidariteit zijn, wat in zijn uiterste consequentie kan leiden tot genocide en uitroeiing van bevolkingsgroepen.
En uiteindelijk de ondermijning van de vrijheid voor iedereen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *