Moes

Sinds een paar weken heb ik Moes.
Ik heb er anderhalf jaar over gedaan na de dood van mijn schapendoes om weer een hond te nemen maar toen ik bij een bezoekje aan het Amsterdamse asiel Moes zag, die nog in quarantaine zat, was ik verkocht.
Hier moet even iets worden uitgelegd. Quarantaine niet vanwege het eventuele corona-virus dat wellicht bij haar de kop op zou steken en waar we tegenwoordig bij quarantaine meteen bij denken, maar quarantaine omdat Moes nog moest worden nagekeken door de arts van het asiel.

Moes is een ruwharig tekkeltje van 12 jaar.
En als ik dat vertel aan willekeurig wie, hondenbezitters of geen hondenbezitters dan vindt men dat zonder uitzondering immoreel.
Zoiets geeft me hoop.
Ik heb net weer een afdeling gezien van Geert Mak’s In Europa over de manier waarop wij omgaan met vluchtelingen en migranten en hun helpers sinds de Europese richtlijn van 2001, waarin vliegmaatschappijen opdraaien voor de kosten van mensen die zonder visum naar Europa vliegen.
Sindsdien proberen gelukzoekers uit Afrika – een beter woord zou zijn ‘toekomstzoekers’ nl mensen die voor zichzelf en hun familie en nageslacht een toekomst willen (wie niet?) – over zee Europa te bereiken met alle desastreuze gevolgen en doden van dien.

Het simpele feit dat jong en oud, dierenliefhebber of niet, het afkeurt dat Moes zomaar op 12-jarige leeftijd aan een asiel wordt afgegeven in plaats dat haar een verdiende oude dag wordt gegund, dat doet me dus deugt.
Compassie en moraal leven dus gelukkig nog volop ook al betreft het in dit geval een dier, een hond.

In mijn vorige leven met schapendoes Dushi heb ik met een aantal mensen de Vereniging hondenbezitters Vondelpark opgericht en stuitte daarbij op het feit dat er twee soorten mensen bleken te zijn, nl hondenhaters en hondenliefhebbers en tot mijn verbazing bevonden de hondenhaters zich ook nogal eens aan de linkerzijde van het politieke spectrum.
Degenen die enorm voor dierenwelzijn zijn, blijken toch best vaak een hekel aan honden te hebben en omgekeerd moet je als hondenbezitter bij de VVD zijn als je iets voor deze dieren wil doen.

Wat ik nu ga zeggen is tricky besef ik, maar als ik een vergelijking maak met het mensenrechten-discours valt me nogal eens op dat ter linkerzijde kleur en andere seksuele geaardheid van mensen op enthousiaste steun kan rekenen, maar dat als het om joden gaat, tenslotte ook een minderheid die als ik Het Parool mag geloven weer ouderwets gediscrimineerd en bedreigd wordt, je juist weer bij rechts moet zijn.

Enfin om op Moes terug te komen. Ze is een fenomeen in de hondenwereld.
Ze is te groot om iets anders dan een hond te zijn maar zo klein en laag-potig dat ze als hond niet echt serieus hoeft te worden genomen. Ze is vooral ‘schattig’ en ‘veroverend’.
Voor niemand een bedreiging en dat kan je van weinig levende wezens zeggen.
Bovendien bezorgt ze mensen zoals ik, geneigd tot depressieve stemmingen, levensvreugde en vraagt daar vrijwel niets voor terug.
Hooguit haar natje en haar droogje en een mandje.
Bovendien blijkt ze zich voorbeeldig aan mijn ritme aan te passen.
’s Ochtends staat ze net als ik laat op en als ik een uur met haar heb gelopen, naar Lolaland (het vroegere Blijburg) en terug, is ze de rest van de dag onder de pannen.
Ik ben nogal uithuizig maar dat is voor Moes geen probleem. Als ik terugkom van mijn omzwervingen ligt ze nog net zo in haar mandje als ik haar heb achtergelaten.
Weer een blokje om, een overzichtelijk poepje, nauwelijks te onderscheiden van de met takjes bezaaide grond, een plasje eerst op zijn meisjes en dan op zijn jongens (pootje omhoog), Moes blijkt masculine trekjes te hebben en past dus uitstekend in het tijdsbeeld, en klaar is kees.

Ook met het openbaar vervoer is ze inmiddels vertrouwd. Ik heb geen auto dus beweeg me veel in het OV maar dat is geen punt voor Moes.
Gister zat ik met een oma en haar verstandelijk zeer gehandicapte kleinzoon, die Moes onophoudelijk wilde aaien,  in de bus, maar Moes maakte geen bezwaar en was daarin zeer ruimhartig, welzijns-georiënteerd zou ik zeggen.

Als ik Moes vergelijk met mijn medemensen valt op dat Moes geen rancune kent naar haar vorige eigenaren, terwijl ze daar toch alle reden voor heeft, ook geen depressie heeft overgehouden aan het feit dat ze haar zomaar hebben ‘weggedaan’, geen enkele pretentie of ambitie heeft, niet voortdurend loopt te roepen dat ze het zo druk heeft, niets verwacht, maar wel aandacht en likjes geeft, nooit op een scherm zit te kijken, niet aan je kop zeurt, geen eisen stelt of snel beledigd is en geen geheugenproblemen heeft, toch iets bijzonders gezien haar leeftijd. Kortom voor Moes is het glas altijd vol. Moes leeft in het NU.
Voorzover ze überhaupt een leus zou hebben is die: het is wat het is en wat ik ruik, en ik heb zelden iemand meegemaakt die desondanks of misschien juist daarom zo populair is op haar (in mensenleeftijd) 84ste!!

Eén reactie op “Moes

  1. Gefeliciteerd, Joyce!
    Wat een ontzettend leuk en liefdevol stukje heb je geschreven over Moes!
    Veel geluk met deze opgewekte en tevreden bejaarde.
    Heette Moes al Moes? Ik vind het in ieder geval een leuke naam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *