Nieuw élan…?; tip voor het nieuwe kabinet

Het nieuwe kabinet dat op 10 januari a.s officieel gepresenteerd wordt kan nu al rekenen op gemengde gevoelens. Is er bij de keuze van de bewindslieden sprake van oude wijn in nieuwe zakken, zeker als je kijkt naar de machtsspil Rutte, Kaag en Hoekstra of moet je dit kabinet toejuichen als een noviteit?

Want nog nooit was een ploeg ministers en staatssecretarissen zo divers, kan men optekenen uit alle commentaren. De helft vrouwen en ook nog eens een paar met een migratieachtergrond.
Zelf ben ik met name geïnteresseerd in (de positie van) D66. Misschien omdat ik me daar nog het meest mee verwant voel en ook omdat ik al een jaar met vaak stijgende verbazing naar de onvaste koers van Sigrid Kaag heb zitten kijken.

Wat wil die vrouw nou? vroeg ik me regelmatig af.
Nu heeft ze dan toch een prestatie geleverd namelijk om in elk geval twee bewindspersonen in het nieuwe kabinet te krijgen die op instemming van een groot publiek kunnen rekenen: Ernst Kuipers en Robbert Dijkgraaf. De eerste als man uit de medische praktijk, die Hugo de Jonge gaat vervangen en de tweede als iemand die beter dan Van Dissel uit kan leggen hoe het nu precies zit met die vaccins, maar zich vooral met onderwijs en wetenschap zal bezighouden. Bovendien heeft ze zichzelf in de positie van minister van Financiën gewurmd, een post die op dit moment naast het premierschap het hoogst wordt aangeslagen, ook al omdat alle werkelijke politieke keuzes zijn bedolven onder een berg miljarden met voor ieder wat wils.

Dat is wel eens anders geweest. Zo waren Justitie en Binnenlandse Zaken de ministeries waar de democratische rechtsstaat op dreef. In mijn boek Voetangels voor kopstukken uit 1999 heb ik gewezen op de tendens richting vermaatschappelijking van het ministerie, waarin minister en staatssecretaris al vanaf eind jaren zeventig steeds afhankelijker werden van het zogenaamde politiek-publicitaire complex. Daarbij werd ‘veiligheid’ als issue steeds belangrijker en verdrong de rechtsbescherming-functie van het recht. Opmerkelijk dat in een tijd waarin een nieuwe bestuurscultuur wordt aangekondigd met juist meer oog voor de kwaliteit van wetgeving, rechtsbescherming en transparantie een VVD-minister en niet jurist op de hoogste post belandt.

Hans van Mierlo sprak op het eerste werkcongres van D66 op 30 april 1966 nog over de noodzaak van radicale democratisering en het groeiend onbehagen over het vastgeroeste partijbestel, over de frustrerende dictatuur van het politieke establishment en de dogmatische en machteloze benadering van de werkelijke vraagstukken van deze tijd.

De vraag, hoe de burger meer zeggenschap te geven en bij het bestuur van het land te betrekken is nog steeds actueel.
Of deze ploeg meer burgerfora aan zal stellen? Lokale initiatieven in de richting van meer zeggenschap voor burgers en hun lokale besturen zal ondersteunen? Ik betwijfel het zeer…
De aanwijzing van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol doet het tegendeel vermoeden…
En inmiddels hebben drie VVD ers al scherpe kritiek geuit op de aangekondigde daden van het nieuwe kabinet. De heer Bruls en van Zanen bij Buitenhof over de breuk in de relatie gemeenten en nationale overheid betreffende de jeugdzorg en de burgemeester van Groningen over de aangekondigde gasboring in Groningen tegen alle afspraken in.

Maar vooruit laten we vijfenvijftig jaar later eens out of the box gaan denken! En dan kijken we niet alleen naar het aanstellen van bewindspersonen die niet uit de politiek komen en/of een migratieachtergrond hebben maar inhoudelijk.
Een voorbeeld: Wat het Corona-beleid betreft is het voorzichtigheid troef ten aanzien van godsdienst en levensbeschouwing en vooral het eerste. Er wordt geadviseerd om maatregelen als placeringsplicht en bezoekersnorm van maximaal 50 personen vrijwillig te volgen en het Corona-toegangsbewijs is niet wettelijk verplicht als u naar de kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis voor uw geloof of levensovertuiging gaat. Zingen is ook niet verboden. Dat heeft met de in de Grondwet verankerde scheiding van Kerk en Staat te maken.

Ik stel voor dat we nu al in deze lockdown die zeker langer gaat duren, uitdrukkelijk een aantal plekken in de samenleving aanwijzen als plekken van samenkomst voor degenen die op humanistische grondslag hun zingeving en levensovertuiging inhoud willen geven.
Dat zijn dan: boekwinkels, culturele instellingen en alles wat met kunst en cultuur te maken heeft. Er mag daar ook duidelijk gezongen worden. Er wordt geadviseerd om placeringsplicht en de bezoekersnorm van maximaal 50 personen vrijwillig te volgen dus meer kan ook, en een Corona-toegangsbewijs is niet wettelijk verplicht. Voor de liefhebber wordt aan de ingang een booster uitgedeeld door vriendelijke leden van het Humanistisch Verbond.
Mensen verbinden, het motto van D66 anno 2021 krijgt zo gestalte op een emancipatoire en innovatieve manier.

Ik eindig met een gedicht:

Ik lees dus ik leef

Ik lees dus ik leef
beleef zoveel levens
terwijl ik de bladzijden omsla

Of gewoon ergens op een bank
halverwege hier en nergens
de woorden tot mij komen
via het scherm
want ook dat is lezen

Als ik jou lees of hem
een open of een gesloten boek
waarvan het plot
mij onbekend is

Of als ik mezelf
probeer te lezen
te onttalen
zodat alleen mijn kloppend hart
nog overblijft

Dwaal ik nu al zolang
door de wereld van het boek
mijn boek
de zwarte letters
op de beschreven vellen
en de lichte woordeloos

Weet ik nooit
hoe het afloopt.

Vandaag zaterdag 8 januari stond er een paginagrote advertentie op de achterkant van het Parool: Stop de lockdown voor de lectuursector. Oproep: Help ons .Nu!!! Steun de lectuursector en haar algemeen belang voor een gezonde samenleving.
En dan maar hopen dat de kersverse staatssecretaris Gunay Uslu, die in hetzelfde blad wordt gekenschetst als ambitieus, verbindend en vol humor zich deze oproep aantrekt!!!!

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *