Waar blijft “oom” agent?

Eén van de dingen die je op je oudere dag wel eens overkomen is een zekere weemoed. Een weemoedig terugverlangen naar een verleden dat misschien wel nooit bestaan heeft, maar waarin alles eenvoudig leek, overzichtelijk, behapbaar.
Misschien heeft veel van de hedendaagse onvrede met onze gevestigde instellingen wel daarmee te maken, dat weemoedige (terug?)verlangen naar overzichtelijkheid.
Neem nou de politie.
Er was eens… (zo begint immers ieder sprookje) een tijd waarin een soort bromsnor, oom agent, in zijn eentje de ronde deed en de mensen aansprak op hun gedrag als hij, let wel HIJ, dat niet in orde vond. In de kinderserie over Swiebertje kunt u zien wat ik bedoel.
Deze oom agent had nog “gezag”, een woord waarvan de betekenis inmiddels behoorlijk is vervaagd.
Als Hij iets zei, je ergens op betrapte, zoals een tienjarige knul die enkele appels bij de buurman stal (oom agent kende zowel het jongetje en zijn ouders als de buurman) dan kleurde de jongen rood van schaamte, stotterde wat, hoopte maar dat oom agent het niet aan zijn ouders zou zeggen, want dan “zwaaide er wat”.
Hij zei dan: “Ja agent”, deed deemoedig en  was blij als hij “er met de schrik van af kwam”.

Dat waren nog eens tijden! Oom agent bestaat niet meer, misschien nog een jongere editie wijkagent maar dat is dan een wijkagente geworden en als het aan Aalbersberg, politiechef van de regionale Eenheid Amsterdam, ligt, mèt een hoofddoek en uitgerust met van alles en nog wat  oa een bodycam.
Zodat ze, als Zij wordt aangesproken op een manier die háár niet bevalt, kan zeggen dat ze NU de camera aanzet.

Waar is háár gezag gebleven?
Ergens “on the way”  is bromsnor parallel aan de bekleding van hem en later haar met steeds meer wapentuig èn bevoegdheden zijn/haar vanzelfsprekende gezag kwijtgeraakt.
Saillant vond ik  in het overigens interessante discussieprogramma Nieuwe Maan dat de programmamakers hun stinkende best hadden gedaan om een moslima mèt hoofddoek te vinden die bij de  politie wou werken maar alleen een vrouw  hadden kunnen vinden  die onherkenbaar in beeld mèt een  bevallig gedrapeerde en gebloemde sjaal om haar hoofd haar verhaal wilde doen. Onherkenbaar omdat ze anders vreesde dat  haar (Marokkaanse) omgeving haar wat aan zou doen als ze opbiechtte dat ze bij de politie wou gaan werken.

Zover is het kennelijk inmiddels al gekomen.
De politie is niet je “beste vriend” en ook niet de “wijze man” die alle buurtproblemen wel oplost nee de politie is voor sommige bevolkingsgroepen de vijand en bestaat uit treiteraars die je drie maal per dag om je ID kunnen vragen. Als ze dan met een bodycam zijn uitgerust kan die registreren dat je obstructie pleegt als je die niet meteen kunt laten zien en er ook nog een brutaal gezicht bij trekt.
Dè politie bestaat uit groepjes (jonge) agenten die elkaar stevig vasthouden als ze naar het publiek moeten optreden, al of niet terecht bang  om door datzelfde publiek uitgemaakt te worden voor “joden”, uitgescholden of aangevallen te worden, al hun wapentuig en bevoegdheden ten spijt.

Terug naar “oom” agent? Of voorwaarts naar een politie die alleen al op het oog  een afspiegeling vormt van een diverse samenleving. Ik stel me voor dat zowel orthodox joodse vrouwen als christelijke gewoon een lange rok mogen dragen in plaats van een uniform, een ieder mag zijn haar een eigen lengte geven bijv peies (haarlokken) voor de mannen en een pruik voor de dames, zodat als het publiek joden roept naar de politie dit ook feitelijk kan kloppen. Kruisjes en tatoeages, het moet kunnen.
Een ieder die deze ontwikkeling niet ziet zitten en zich agressief gedraagt krijgt te maken met  stokken met stroomstoten, pepperspray, bodycam en tenslotte pistolen want de nonnen (waarom ook niet trouwens) zijn bijzonder goed getraind op dat gebied tegen die tijd.
Wie het weet mag het zeggen.

Ik denk zelf met enige melancholie terug aan een Conferentie, onder leiding van Pieter van Vollenhoven, georganiseerd door de Stichting Maatschappij Veiligheid en Politie, over het gezag van de politie, maar ja dat was dus wel weer een tijd geleden en tja daar kwam men er na de door iedereen onderschreven constatering dat gezag moest worden teruggewonnen, ook al niet uit.
Misschien moeten we de inmiddels bejaarde socioloog Bram de Swaan er maar weer eens bij halen.
Want hij was immers degene die (met enige weemoed?) constateerde dat Nederland was veranderd van een gezags- in een onderhandelingsmaatschappij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *