De rechtsstaat: straffend of vol mededogen

Afgelopen donderdag zat ik aan de buis gekluisterd en volgde het debat in de Tweede Kamer over de beruchte notulen van de ministerraad.
Er waren een paar zaken die me opvielen.
In het eerste gedeelte ging het er flink aan toe. De fractievoorzitters van de diverse coalitiepartijen werden zeer stevig aan de tand gevoeld en de verwijten waren niet van de lucht.
Het tweede gedeelte waarin het kabinet aan het woord kwam, was opvallend veel gematigder van toon.
Het leek wel of de eerste ronde een afreageer-ronde was geweest zodat in de tweede ronde de grootste felheid eraf was. Was hiervoor gekozen? Was er een psycholoog ingeschakeld?
Of was het feit dat de eerste helft integraal werd uitgezonden op NPO 1 leidend geweest?Ook viel op dat er uitgebreid werd gesproken over de kwestie of er nu wel of geen opzet (politieke redenen) was geweest bij het onvoldoende voorlichten en in zekere zin dus ‘kaltstellen’ van de Kamer, waarmee artikel 68 van de Grondwet zou zijn overtreden. Eigenlijk leek mij de uitleg van Hoekstra nog het betrouwbaarst: Om staatssecretaris Snel, die de boel duidelijk niet meer in de hand had, te beschermen had Hoekstra ervoor gekozen voor te stellen Omtzigt te sensibiliseren en de Kamer even ‘on hold’ te zetten (mijn term). Bewindslieden zoals Cora van Nieuwenhuizen en Rutte zelf hadden meer aandacht gehad voor de lastpakkerij uit de geledingen van de Tweede Kamer, juist ook van coalitiegenoten, dan voor de slachtoffers van de toeslagen-affaire.
Die mentaliteit werd vooral door de SP en Denk, BIJ1 en PVV absoluut afgekeurd en Wilders wou zelfs nieuwe verkiezingen.
GroenLinks en de PvdA stelden zich uiteindelijk bemiddelend op en produceerden een motie, die door 14 van de 17 fracties werd aangenomen, waarin ze voorwaarden stelden aan een nieuw te vormen kabinet.

In deze motie staan behartenswaardige zaken die de democratische rechtsstaat betreffen zoals naast herstel van de informatiepositie van de Kamer, versterking van de rechtspositie van de burgers, meer geld naar de sociale advocatuur en naar controlerende instanties zoals de Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer, de Autoriteit Pesoonsgegevens en het Adviescollege toetsing regeldruk.
En ook Tjeenk Willink refereerde in zijn eindverslag aan deze aanbevelingen zoals verbeterde toegang tot het recht.

Hoe verhoudt zich nu deze aangenomen motie tot de politieke stellingnames van de diverse partijen, de VVD als grootste voorop?
Mij viel en valt in deze hele discussie – zoals overigens ook al tijdens de verkiezingen – op, dat de VVD gelijk wordt gesteld met Rutte en vice versa. Rutte = VVD en zijn partij heeft dat nog eens bevestigd door hem niet te laten vallen, een week geleden.
Maar misschien is het toch handig om nog even te memoreren waar die VVD eigenlijk voor staat.
Zoals in religies sprake kan zijn van een straffende en een meedogenloze God en een God vol mededogen, zo kun je bij politieke partijen onderscheid maken tussen partijen die geloven in een straffende overheid en zij die geloven in een overheid die mededogen heeft, een menselijke overheid die rekening houdt met schrijnende gevallen en mensen, burgers, in principe met vertrouwen tegemoet treedt.

Simpel gezegd: De VVD is voor repressie, ik breng even de spreuk van Hans Wiegel indertijd in herinnering: Liever twee misdadigers op één cel dan één op vrije voeten, een ‘harde’ aanpak, zo min mogelijk  bemoeienis door de rechter of zo je wilt het voor-de-voeten-lopen van de rechter en dus ook zo min mogelijk doorwerking van internationale verdragen zoals het EVRM.
Dus: Vóór buitengerechtelijke afdoening, vóór sterke bezuinigingen op de sociale advocatuur en de rechtsbijstand voor on- en minvermogenden, zodat de overheid daar ook geen last meer van heeft. Ik verwijs even naar het feit dat 60 procent van de rechtsbijstand-zaken van on- en minvermogenden betrekking heeft op procedures tegen de overheid.
In een eerder blog van september 2019 heb ik verwezen naar de ontwikkelingen sinds de jaren zeventig waarin wetswinkeliers de leemte in de rechtshulp aan de orde stelden als maatschappelijk probleem.

Ook de VVD die zich in een wat progressiever jasje hult (behalve dan waar het gaat om vreemdelingenzaken) heeft in haar verkiezingsprogramma over de rechtsbijstand alleen geschreven: Door oplopende kosten voor rechtsbijstand staat de toegankelijkheid van de rechtspraak onder druk…
Hoezo oplopende kosten? Nieuwsuur maakte in een schema duidelijk hoeveel er in feite op die rechtsbijstand was bezuinigd tijdens het bewind van Sander Dekkers (VVD).

Kortom afrondend: Als PvdA, D66 en GroenLinks nog iets met Rutte willen, zullen ze niet alleen een wonder moeten gaan verwachten van zijn persoonlijkheidswisseling maar zullen ze nog even de nare waarheid tot zich door moeten laten dringen dat hij staat voor waar de VVD, zijn partij, voor staat en dat is niet voor de bescherming van zwakkeren in de samenleving.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *