Pieter als premier

Het ondenkbare denkbaar maken, dat zouden scenarioschrijvers en kunstenaars kunnen doen als welkome aanvulling op de corona-aanpak van virologen en epidemiologen, aldus Ramsey Nasr in Buitenhof.
Gestimuleerd door zijn oproep, dacht ik: Wat zou er gebeuren als de veelbesproken Pieter Omtzigt in plaats van Mark Rutte premier werd?
Niet eens zo gek gedacht want als we Maurice de Hond mogen geloven had Pieter als hij zich voor de verkiezingen had afgesplitst van de CDA-fractie en voor zichzelf was begonnen 23 zetels gehad.
Iffy history maar toch. Dan waren de zetels voor hem wellicht van de VVD afgegaan en/of van het CDA natuurlijk, en in elk geval zat hij dan met de verkenners aan tafel. Wat zeg ik, was hij misschien zelf een verkenner geworden in plaats dat er, zoals nu, over hem werd geroddeld (ik kan het niet anders zien) door het verkenners-team in een per ongeluk aan de openbaarheid prijsgegeven notitie.
De vraag: Wat moeten we met Pieter, was dan geworden: Pieter, hoe zie jij de toekomst van Nederland, en hoe wil jij van een onbetrouwbare overheid naar een betrouwbare komen?

Wijffels noemde het in hetzelfde Buitenhof een keuze voor een ouderwetse industriële bestuursstijl gericht op control en command, of een open bestuursstijl waarin we de verhouding overheid/burger anders vorm gaan geven.

Maar naar mijn idee hebben we het hier niet alleen over stijl.
In de overgang naar een andere bestuursstijl zou volgens Wijffels Rutte een nieuwe ‘release’ nodig hebben, oftewel hij zou zichzelf opnieuw moeten uitvinden en dat zou kunnen, aldus Wijffels die heel filosofisch vind dat de opdracht van ieder mens in het leven is, om zichzelf steeds te vernieuwen.

Maar als het niet alleen om stijl gaat maar om een ander type persoonlijkheid, zoals naar mijn idee noodzakelijk zou zijn om die nieuwe politiek vorm te geven, gaat die ‘release’ van Rutte er niet komen.
Het verschil tussen Rutte en Omtzigt is immers dat Omtzigt zich kenmerkt als een man die het adagium ‘trouw zijn aan je principes’ op nationaal rechtsstatelijk niveau als ook op Europees niveau als hoogste goed in zijn vaandel heeft en daar de macht voortdurend aan herinnert.
Daarvoor is moed nodig zoals hij overduidelijk liet zien in de toeslagen-affaire waarin hij zelfs machtige leden van zijn eigen partij tegen zich in het harnas joeg. Zoals hij ook in de Raad van Europa corruptie aan de kaak stelde tegen het belang van fractiegenoten in.

De kunst van Rutte is dat hij voortdurend iets anders beweert, volkomen onbetrouwbaar is, grove fouten maakt en toch zo meebeweegt met populaire winden dat hij 35 zetels weet te bemachtigen en het nu zelfs weer voor het zeggen lijkt te gaan krijgen.
Maar ook Sigrid Kaag, die in een Abel Herzberg-lezing nog vurig betoogde tégen het wegkijken, verdedigde (met een zuinig mondje dat wel) het perfide gesjacher met 100 vluchtelingenkinderen nadat het Moria-kamp was afgebrand en zeker 170 gemeenten in Nederland 500 kinderen wilden opvangen.

Een ideaal hebben of verkondigen is iets anders dan ervoor stáán, blijkt telkens weer.
Omtzigt maar ook Leijten zijn mensen die hebben laten zien dat ze ‘staan’ voor wat ze voorstaan, ook al kost het ze veel aan gemoedsrust en etiketten als ‘lastig,’ ‘moeilijk om mee samen te werken,’ etc.

Op dit moment lijkt het erop of we in dit land alleen maar bezig zijn met de vraag ‘whodunit?’. Van wie is deze notitie over Omtzigt afkomstig? Wie wil hem weg hebben met zijn 342.000 voorkeurstemmen? Wie wil hem ontheffen uit zijn functie?
Het ironische is wel dat Omtzigt professor Cleveringa als groot voorbeeld zag, de man die zich openlijk verzette tegen de bezetter en het ontslag van zijn joodse collega professor Meijers, en wist, dat hem dat de kop zou kosten, en toch deed hij het. Ontheffing uit zijn functie volgde.
In Omtzigts woorden: “We kunnen van Cleveringa leren dat we de moed moeten hebben om grenzen te stellen, om soms de confrontatie te verkiezen boven de lieve vrede, om het principiële pad te bewandelen juist omdat dat in sommige gevallen de enige doelmatige weg is in de praktijk”.

Omtzigt is geen prinzipiënreiter, hij is ook degene die stelt dat onze modellen weinig meer met de werkelijkheid te maken hebben en hij laat dat in zijn boek aan de hand van voorbeelden overtuigend zien.
Waar ik in mijn ondenkbare denkbaarheid erg benieuwd naar zou zijn is hoe deze Pieter als premier om zou gaan met de modellen die bij het Corona-beleid worden gebruikt.
Henk van Essen, de chef van de Nationale Politie, liet (ook in Buitenhof) weten dat het maatschappelijk draagvlak voor de maatregelen begint te schuiven. De onvrede neemt toe, aldus Van Essen. Voor hem en de politie zijn juist duidelijkheid en maatschappelijk draagvlak essentieel.

Zou onder Omtzigt dát nou precies gaan veranderen als deze gebruikte modellen tegen het licht van de maatschappelijke werkelijkheid en dito draagvlak worden gehouden?
En er een premier is die betrouwbaar en overtuigend overkomt?

Eén reactie op “Pieter als premier

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *