9 mei: honderd jaar vrouwenkiesrecht

9 mei 2019: honderd jaar vrouwenkiesrecht.
Jantine Oldersma die met Monique Leyenaar en Kees Niemöller het boek De hoogste tijd over 10 jaar vrouwenkiesrecht heeft geschreven legt in de Flexbieb op IJburg, waar zij en ook ik wonen, uit hoe het is gegaan.

Gedetailleerd vertelt ze hoe er tegen vrouwen door de eeuwen heen werd aangekeken.
De Franse revolutie met haar leus: vrijheid, gelijkheid en broederschap (haha) gaf een duidelijke impuls om het volk en minderheden (zoals ook joden) gelijke rechten te geven maar tijdens de Bataafse republiek (1795-1801) was de conclusie nog dat vrouwen geen burgers waren.
Gek genoeg was de nieuwe Grondwet van 1848 hier te lande, waarin het mannenkiesrecht werd uitgebreid, in feite geen beletsel voor het kiesrecht van vrouwen omdat het woord “mannelijk” er niet in stond. Er stond dus niet expliciet in dat vrouwen geen stemrecht hadden.

Pas toen de vrouwenvoorvechtster Aletta Jacobs, die arts was, in 1883 stelde dat ze toch gezien haar beroep en het feit dat ze belasting betaalde ook stemrecht wou hebben, werden de mannelijke politici wakker en kwam er een bepaling in de Grondwet waarin het stemrecht voor vrouwen expliciet onmogelijk werd gemaakt.
Daarna werd het helemaal een gevecht want een Grondwet verander je niet zo gauw en er waren geen gekozen vrouwen om invloed uit te oefenen.
De strijd moest dus van onderop komen. Het gevecht tegen met name de religieuze overtuiging dat God vrouwen had geschapen als ondergeschikt aan de man en geschikt voor de keuken en de kinderen, was een lastige en werd op twee fronten gevoerd.

Wilhelmina Drucker richtte in 1889 de Vrije Vrouwen Vereniging  op, die met name bij de arbeidersbeweging een voet tussen de deur wilde krijgen.
De Vereniging voor Vrouwenkiesrecht werd in 1894 opgericht en In 1907 scheidden Leidse en Haagse dames (volgens Jantine echte dames die zich ophielden in een elite-milieu) zich af en richtten de Bond voor Vrouwenkiesrecht op. Tegen die tijd  kregen ze eindelijk meer belangstelling van de toenmalige media, kranten.
Toch stelde de CHU-voorman A.F. de Savornin Lohman nog tezelfdertijd dat het geven van stemrecht aan vrouwen tegen de wil van God was en buitengewoon onhandig in het dagelijks leven.

In 1917 bereikte Troelstra een akkoord met de christelijke partijen. Het algemeen kiesrecht werd ingevoerd en het bijzonder onderwijs  kreeg voortaan evenveel recht op financiële steun van de overheid als het openbaar onderwijs. Dit werd de pacificatie van 1917 genoemd. En was het resultaat van een jarenlange schoolstrijd en strijd van de arbeidersbeweging om erkenning van  de rechten van arbeiders (het gewone volk).

Vandaag de dag gaan er overigens weer stemmen op om dit grondrecht tav het bijzonder onderwijs te schrappen naar aanleiding van vraagtekens bij de organisatie en inhoud van het islamitisch onderwijs.

Niet Troelstra maar Henri Marchant, progressief-liberaal zorgde ervoor dat “mannelijk” weer uit de Grondwet werd geschrapt en maakte de weg vrij voor vrouwen om gekozen te worden en vervolgens om in 1919 actief kiesrecht te krijgen.

De ARP en later de SGP waren partijen die nog veel moeite hadden met deze nieuwe trend.
In de jaren vijftig wisten de gekozen vrouwen de handelingsonbekwaamheid van vrouwen te tackelen en ook de verplichting om vrouwen te ontslaan als ze trouwden.
Bij de ARP was Fenna Diemer-Lindeboom per vergissing lid geworden en in 1963 werd Jacqueline Rutgers verkozen in de Tweede Kamer.
Het duurde tot 4 maart 2016 voor de SGP tenslotte een vrouw in de gemeenteraad had.
Hoe dat in zijn werk ging en de SGP uiteindelijk werd gedwongen om niet langer een obstakel te vormen voor de uitoefening van een grondrecht is een heel verhaal.
Jantine memoreerde de stugge pogingen van het Clara Wichmann-fonds om hier wat aan te doen. Volgens haar kregen ze uiteindelijk hun zin omdat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de Nederlandse staat aansprak op de mogelijkheid de SGP verdere subsidie te weigeren.

Volgens mijn inside-informatie lag aan  deze procedure ten grondslag de implementatie van het VN Vrouwenverdrag. Wilt u meer weten over de lijdensweg die zowel dit Verdrag als ik ben gegaan in dat verband, kijk dan nog even naar mijn blog: “Kafka in de polder of het rapport dat niet mocht verschijnen” van 7 juni 2017.
De tweede feministische golf aangestoken (beetje vreemde beeldspraak misschien) door Joke Smit vond plaats in de jaren zeventig, toen inmiddels Marga Klompé al in 1965 met de introductie van de Algemene Bijstandswet vrouwen de mogelijkheid had gegeven van een huwelijk af te komen zonder dat ze geheel brodeloos zouden zijn.

Mijn eigen ervaringen eind jaren 70 spreken soms boekdelen.
Zo was mijn partner toen voorzitter van de PvdA en deelde mijn en onze stonde met de mededeling dat de PvdA eraan dacht een Rooie Vrouwenafdeling in Leiden op te richten. Dat was niet nodig volgens hem want we hadden toch de actieve Kock Kerling (enige vrouw in de raad). Tussen haar en mij was er later nog een discussie over het thema: als vrouwen in de politiek veel meer aanwezig zijn verandert er dan wat in het politieke klimaat. Kock zei: nee, ik zei: ja.
Als ik Jantine Oldersma en haar medeauteur Kees Niemöller moet geloven, heeft Kock gelijk gekregen en is het effect in de politiek minimaal gebleken.
Vrouwen stemmen niet anders dan mannen behalve bij populistische partijen waar mannen duidelijk vaker op stemmen en meer aanwezig zijn.
Al was het dat, dan is onze strijd toch niet voor niets geweest denk ik dan!

Enfin voor de liefhebbers: er zijn een aantal blogs aan het thema emancipatie gewijd.
Zie “Terug in de tijd” van 11 januari 2018
Zie “Gloort er nog hoop als het gaat om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen” van 10 januari 2017 en “Boeman of bedreigde witte man” van 2 september 2017.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *