De leemte in de rechtshulp; terug in de tijd

In mijn vorige blog ging ik ook al terug in de tijd toen ik het over gender-neutraal speelgoed had. Nu deed de discussie over de gefinancierde rechtshulp mij weer denken aan de felle discussies die we in de jaren zeventig hadden toen overal wetswinkels werden opgericht door idealistische studenten. Ik zat bij de Haagse wetswinkel en wij dachten daar de zgn structurele rechtshulp te lijf te gaan door een integrale aanpak. Dus niet alleen juridisch maar veel breder, men was sterk voor een brede welzijnsaanpak.
Als ik minister Dekker bij Buitenhof bijna 50 jaar later hoor zeggen dat de juridische oplossing niet altijd de juiste is en dat je altijd moet kijken of er niet andere oplossingen zijn voor de problemen waarmee mensen bij de sociale advocatuur komen, denk ik bijna melancholisch terug aan de conferenties die werden gehouden in Amsterdam.
De bekende voorvechtster van de sociale rechtshulp indertijd, Heikelien Verrijn Stuart, pleitte hartstochtelijk voor de oprichting van Bureaus voor Rechtshulp, die er overigens ook zijn gekomen, om de zaken in de  (verlengde) eerstelijns echt goed juridisch aan te pakken.
Kan je niet meer aan de voorkant van de problemen komen vraagt Dekker zich af.
Tjonge, denk ik dan, ik heb er in 1981 een heel proefschrift aan gewijd, 38 jaar geleden.
Misschien kan hij daar nog eens naar kijken?
Ik heb daarvoor allerlei eerstelijners geïnterviewd, zelfs huisartsen op de waddeneilanden en wijkagenten.
Ik was toen ook voor de brede benadering en waarschuwde voor een juridisch verkokerde kijk op de problemen waar de mensen in de eerste lijn mee kwamen.
Maar ja dat was dus wel bijna 40 jaar terug en ondertussen bestaan de Bureaus voor Rechtshulp allang niet meer en is de hele gefinancierde rechtshulp stukje bij beetje steeds verder uitgekleed. Volgens de Commissie Van der Meer, door de minister zelf aangesteld zou er nu 130 miljoen per jaar bij moeten, maar Dekker wil alleen geld voor experimenten.
Mijn advies: Als de heer Dekker aan de voorkant van de problemen wil gaan kijken raad ik hem aan eens na te denken over waar die problemen dan nu in deze tijd vandaan komen.
60 procent van de gefinancierde rechtshulp gaat immers over problemen met de overheid.
In zijn interview met de Groene Amsterdammer gaf Fred Teeven, toen nog staatssecretaris, al aan dat Nederland het snelst en vaakst mensen in voorlopige hechtenis stopt, ook steeds vaker ten onrechte maar dat hij daar niet van wakker lag… (zie ook Advocatenblad 26-9). Bezuiniging op de advocatuur zag Teeven ook als een manier om niet te veel tijd te (kunnen) besteden aan een verdachte. Dan wordt het ook niet zoveel, die verdediging, sprak Teeven met instemming.

De problemen nemen toe en worden complexer zegt Dekker.

Tja, hoe zou dat komen?
Beste Sander, sla er eens het proefschrift van Marlies van Eck op na. Zij kwam er na grondig onderzoek achter dat bij de overheid 48 procent van de organisaties algoritmen gebruikt die, zoals ze bij de belastingdienst heeft aangetoond, niet te temmen zijn.
Terwijl andere landen zoals Noorwegen en Frankrijk proberen hun computers te temmen, maakt Nederland het alleen nog maar elke dag ingewikkelder, aldus Van Eck, die zelf bij de Belastingdienst heeft gewerkt en merkte dat burgers geen enkele kans maakten tegenover deze algoritmen die geen verantwoordelijken kennen.
Zij stelt: Door technologie is ‘stoer’ optreden makkelijker geworden; je drukt op een knop en een paar honderd mensen krijgen geen geld meer. Die verleiding is kennelijk groot, aldus Van Eck. Kom daar maar eens met je onderbetaalde rechtshulpverleners tegenop!
Wat de uitzending van Buitenhof trouwens echt schrijnend maakte is dat in het volgende blokje over de rol van geld, twee financieel deskundigen het eens waren over het feit dat er veel te veel geld was (zie mijn blog: geld moet rollen).
Daar merken de paar overgebleven idealistische en terecht boze sociale advocaten helaas weinig van.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *