Modellen van recht

Nu we inmiddels zijn beland in het tijdperk Wilders 1, hoewel het kabinet er nog niet is, maar wel al een Hoofdlijnenaccoord, wordt het extra van belang om als Nederlandse burgers op onze rechtsstatelijke tellen te gaan passen.

Weliswaar is Omzigt met zijn NSC met 20 zetels in de Kamer gekomen met de belofte iets te gaan doen aan de vergrote afstand bestuur / bestuurden, verbetering van de democratische rechtsstaat en de transparantie van de overheid, maar met name als je de asielparagraaf beziet van PVV makelij is het duidelijk opletten geblazen!

Allerlei juridisch en rechtsstatelijk onhaalbare voorstellen passeren daar de revue.
Je zou het ook uitlokking kunnen noemen zoals de puber die weet dat hij iets niet mag maar gewoon kijkt hoever hij desondanks kan komen…
Ik noem het hier even recht(s)opportunisme.
Je toont je streng op de rechtsstaat waar het je eigen hoofdstuk van het Accoord betreft, dat andere is van Wilders dus daar bemoei je je dan niet mee…
Een wonderlijke gang van zaken..

Een andere wonderlijke gang van zaken is het door een meerderheid blokkeren van een vrije parlementaire discussie bv over de nareis op nareis kreet van Yesilgöz of het voorstel van Weerwind over de genderwet…
Dat terwijl  juist Omtzigt pleitte voor meer vrije discussies in het parlement die het democratisch proces ten goede zouden komen…
Of je zet een afschaffingsvoorstel in je Akkoord van een wet die zojuist en met veel discussie in beide kamers is aangenomen oa doordat leden van de partij die het Akkoord mede heeft ondertekend daarvoor waren…
Neem je dan de parlementaire democratie nog serieus? Begrijpen burgers er nog iets van? Is het een transparant wetgevingsproces?

Enfin, er zijn behoorlijk wat misvattingen over wat een democratische rechtsstaat is en zou moeten zijn valt me op…

In dit stuk ga ik in op modellen van recht, zoals ik die heb uiteengezet in Voetangels voor kopstukken, uit 1999 ter gelegenheid van 20 jaar Justitie. Ik had diverse kopstukken van het ministerie zowel politieke als ambtelijke geïnterviewd over hun bevindingen door de jaren heen.
Immers als je zoals het Hoofdlijnenaccoord stelt het belang van de Grondwet wil versterken en van de grondrechten, van ‘checks en balances’ in ons democratisch bestel, van rechtsstatelijke instituties en rechtsbeginselen zul je toch moeten weten waar je het over hebt en welk model van recht je eigenlijk hanteert.

In mijn boek Voetangels voor kopstukken heb ik beschreven hoe het ministerie van Justitie geëvolueerd is van een ministerie van law en order naar een ministerie van recht als middel tot sociale verandering en probleemoplossing.
En eveneens hoe deze totaal verschillende modellen van recht een alliantie aangingen en leidden tot een uitbreiding van macht en machtsmiddelen zonder ‘dekking’ in financiële en inhoudelijke zin.
Terwijl in de law en order benadering orde, handhaving en een consistent systeem van regels doel op zichzelf is, worden vrije interpretaties gemakkelijk opgevat als afwijkingen die onaanvaardbare precedenten scheppen en hetzelfde geldt voor veranderingen in procedures en/of gewoonten.
Bij recht als middel tot sociale verandering en probleemoplossing kan ieder politiek gearticuleerd belang het recht voor zijn karretje spannen.

Hierbij wordt niet zozeer gekeken naar de innerlijke consistentie van het rechtssysteem maar naar (veronderstelde) effectiviteit.
Juristen verlenen in die visie hand- en spandiensten aan beleidsmakers en politici en discussies gaan niet over de intrinsieke waarden van het recht, zoals rechtmatigheid en rechtvaardigheid maar alleen over de vraag of de maatregel al of niet doeltreffend is. Ik heb daar het voorbeeld van de Vreemdelingenwet genoemd..

Zo is het Hoofdlijnenaccoord een combinatie van recht als law en order en recht als middel tot probleemoplossing (asielstroom) althans in de ogen van de vier partijen die het accoord sloten.

Maar zo heb ik in mijn boek gesteld er is ook nog: recht als kritische discussie en recht als beperking van machtsmisbruik en willekeur.
Deze laatste visie op het recht vormt het hart van de klassieke rechtsstaatidee, met name waar het gaat om de beperking van machtsmisbruik en willekeur door de overheid zelf. Iets daarvan schemert door in het voorstel in het Hoofdlijnenaccoord om klokkenluiders te beschermen, maar juist waar het kwetsbare groepen betreft zoals vreemdelingen en vluchtelingen maar ook mensen in de bijstand of de kwetsbaren op de arbeidsmarkt zou iets moeten zijn terug te vinden als verhoging van toegankelijkheid tot de rechtspraak, verbetering van de rechtshulp etc etc…
Integendeel, hun positie verslechtert, zie ook de halvering van de WW-uitkering.

En tot slot dus het recht als kritische discussie.

Daarin staat het zichtbaar maken van keuzes en belangentegenstellingen centraal in plaats dat ze worden verdonkeremaand.
Als er geen discussie in het parlement mag plaatsvinden over zoiets als de uitspraak van Yesilgöz over de nareis op nareis, waarmee ze kiezers naar haar partij trok, is dat dus verdonkeremanen van keuzes en belangentegenstelingen, erger het is gewoon het uit de weg gaan van een discussie op basis van feiten!
Je kan het ook legitimeren van kiezersbedrog noemen.
Als je daarin meegaat zoals Omtzigt deed kun je jezelf geen pleitbezorger van de rechtsstaat meer noemen, lijkt me…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *