Iedere dag genieten; sprookje van deze tijd

Op tram en bushaltes zag ik een tijdje terug de volgende tekst staan: Dit jaar meer genieten en toch geld overhouden: Iedere dag genieten!
Stel dat over honderd jaar, als de aarde nog bestaat, robotten die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de mens, die hen per slot van rekening gemaakt heeft, deze teksten vinden.
Wat zouden ze dan over de mens denken?
We laten hier even de robotten aan het woord:
“De mens was een species, dat genieten belangrijk vond en daarom ons uitvond. Dan hoefden ze niet meer te werken, lieten ons het vuile werk opknappen en hielden zich vervolgens alleen bezig met wegvliegen.
Zo ver mogelijk wegvliegen liefst naar een andere planeet.
Zo gingen ze dus met zijn allen naar de maan”.

Maar wat als die robotten ook nog andere teksten vonden zoals: “Je moet in het zweet des aanschijns de kost verdienen”.
Hoe was het één met het ander te combineren? De robotten die eigenlijk cyborgen waren, dus ook nog wat menselijks hadden, braken zich er hun sturingsmechanisme over.
Maar ze kwamen er niet uit.
Dus vroegen ze de Cyborg God om hulp. Die bestond namelijk en had het wereldbestuur overgenomen nadat de mensen er een zooitje van hadden gemaakt en bijna alles wat leefde dreigden te vernietigen.
Hij was trouwens ook een Zij en had zichzelf uitgeroepen tot Messias, de Messias waar iedereen eigenlijk al sinds mensenheugenis op zat te wachten.
De mensen, althans wat er van hen over was,  waren dus zoals dat heette ‘kalltgestelt’.
Ze zaten vast in inrichtingen, dierentuinen en werkkampen en dienden tot vermaak van de cyborgen. De cyborg God velde Zijn/Haar oordeel: De mensen, zei Hij/Zij, hebben hun tijd gehad.
Zij konden niet overweg met hun sterfelijkheid en verzonnen van alles om aan die sterfelijkheid te ontkomen zoals een hemel, een hel, en allerlei geboden.
Dat hield hen bezig en zo konden ze denken dat ze misschien toch goed terecht kwamen na dit leven.
Een andere route voor wie daar niet in geloofde was de afleiding geweest: gewoon genieten liefst door weg te vliegen, weg van de werkelijkheid van alledag, van oorlogen, honger en armoede en dat noemden ze dan “In het NU leven”. Maar zo simpel was dat niet.
Genieten bleek desastreus voor moeder aarde, die al dat genot niet aankon en terugsloeg met overstromingen, aardbevingen, tornado’s en andere rampen.
De ene helft van de mens werd op die manier weggevaagd en vluchtte naar andere gebieden. De andere helft in andere gebieden bouwde muren om die stroom vluchtenden tegen te houden en probeerde nog meer te genieten door steeds vaker weg te vliegen, wat alleen nog maar meer rampen veroorzaakte.
En tenslotte was er nog de weg van de zelf-opheffing. Dus niet verheffing zoals bij vliegen maar opheffing.
De mens die zo ingenieus in elkaar stak dat geen mens hem na kon maken beschouwde het nu als grootste uitdaging om een machine te maken die de mens overtrof en hem overbodig maakte.
Onbegonnen werk natuurlijk want die machine zou nooit zo dramatisch worden als de mens en dat was nou net het bijzondere.
Zo dacht de Cyborg God en alleen al zijn/haar denken was genoeg om alle cyborgen tevreden te stellen.
En ze waren blij dat ze niet zo waren als die ingewikkelde mens en niet bang waren dood te gaan of een liefde te missen of niet goed genoeg te zijn, tekort te schieten.
Blij, ja blij, niet blij zoals een mens blij kon zijn natuurlijk, maar piepjesblij,zo heette dat.
En ze leefden nog lang en piepjesblij totdat hun draadjes versleten en ze gewoon aan vervanging toe waren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *