Het geluid van de stilte en de aanslag op de advocatuur

Soms vergeten we nog wel eens waarom het ook al weer belangrijk is dat iedereen in principe een advocaat kan krijgen als hij of zij vervolgd wordt, dat die advocaat dan een zwijgplicht heeft, wat betekent dat de cliënt of verdachte hem of haar in vertrouwen kan nemen, dat er sprake is van een onschuldpresumptie dat wil zeggen dat er uit gegaan wordt van onschuld tot dat schuld bewezen is en dat er een eerlijk proces plaatsvindt. Een eerlijk proces is ook een transparant proces in die zin dat bewijsmiddelen te traceren zijn en weersproken kunnen worden.
Deze waarden zijn ook opgenomen in diverse Verdragen waaronder het EVRM.

Het jongste boek van Inez Weski : Het geluid van de stilte, staat bol van aanklachten tegen de staat juist op de bovengenoemde terreinen.
En dat is zeer serieus te nemen!
Het betekent namelijk dat als zij gelijk heeft en de Nederlandse staat, die zij in haar boek de Vervolgers noemt  en daarmee doelt ze niet alleen op het Openbaar ministerie, de rechtsstaat, onze rechtsstaat, niet een klein beetje in verval is.
Ik moest toen ik haar boek las denken aan het citaat van Fred Teeven uit de jaren negentig alweer: “Bij het aanpakken van de zware criminaliteit is het zaak bewust de grenzen van de wettelijke mogelijkheden op te zoeken. Daarbij past een aggressieve houding ten opzichte van de advocatuur”. ( zie mijn blog van 20 september 2019: Een aanslag op de rechtsstaat ook over de kroongetuige).

Weski benoemt zaken expliciet maar suggereert ook veel impliciet.
Expliciet noemt ze bij bewijsmiddelen de mogelijkheden van digitale spyware en bulkopsporing. “Die worden namelijk door opsporings-vervolgings- en inlichtingendiensten en in hun slipstream ook door Nederlandse rechters, als een soort digitale orakels geïncorporeerd. De orakels zijn multi-inzet baar, ze dienen als feiten, als bewijs, als grondslag om eventueel levenslang op te leggen en de veroordeelde publiekelijk af te branden. En daar sta ik dan als geheimhouder met mijn dubbele handicap: ik kan het bewijs niet verifiëren en slechts zwijgen”.(pg 152)
Volgens Weski worden die geheimhoudingsrechten inmiddels structureel geschonden (pg 104) en ze geeft er op pg 146 en 147 diverse voorbeelden van.

Op pg 240 en 241 laat ze zien dat de onschuldpresumptie (art 6 lid 2 EVRM) zwaar onder druk staat. Overheidsdienaren zoals ook burgemeesters of politici horen niet vooruit te lopen op de uitspraak van de rechter. Met een schuldigverklaring voorafgaand aan bewezenverklaring schaden zij immers inherent het recht op een eerlijk proces. De onschuldpresumptie verbiedt ook dat andere overheidsdienaren gedurende een onderzoek uitspraken doen die het publiek ophitsen om te geloven in de schuld van een verdachte”.
In haar eigen gevangenneming lijkt iets dergelijks te hebben plaatsgehad.
In het begin begreep niemand hoe het kon dat deze advocate met 45 jaar lange ervaring als strafrecht advocate opeens uit de vrije samenleving was verwijderd.
Maar door alle suggesties in de media dat ze onder druk van haar cliënt was bezweken etc begon er een beeld te ontstaan van de noodzakelijkheid van haar verwijdering…..
Terwijl zijzelf als we haar boek mogen geloven juist helemaal niet op de hoogte werd gebracht van de ins en outs van haar isolering.

Het station van feitelijke stellingen die op bewijzen zijn gebaseerd is volgens haar de laatste jaren allang gepasseerd( pg 241). “Te veel strafprocessen lijken zich inmiddels in een parallel universum te begeven waar geen feiten, geen waarheden, geen bewijs meer nodig is”.

Het lijkt erop of een lid van de Hoge Raad als Ypo Buruma het met haar oneens zal zijn als we zijn aperte vertrouwen in de rechtsstaat, zoals verwoord bij het filosofisch kwintet van zondag j. l mogen geloven…

Hierboven had ik het over de expliciete aanklachten van Weski, maar er zijn ook impliciete wellicht nog ergere.
Eigenlijk lijkt ze in het begin van haar boek te suggereren dat zij op 19 april het OM zodanig op de huid had gezeten met haar verzoek om de commando en zijn advocaat te laten getuigen over neutraliseringsplannen van Ridouan T door de Nederlandse staat, dat ze haar twee dagen later ‘kalt hebben gestellt”.
Ze zegt erover: “Al snel na mijn arrestatie raakte ik overtuigd van het kennelijk ingecalculeerde risico en misschien zelfs de hoop dat ik de arrestatie, detentie en behandeling geestelijk of lichamelijk niet zou overleven”.

Kortom : even opletten mensen!
Weski stelt hier dat we in een land leven waar een geëerbiedigde advocaat als lastpost voor de vervolgingsinstantie met opzet aan een zodanige behandeling wordt blootgesteld dat ze het waarschijnlijk niet gaat overleven.
En dan heb ik het nog niet over haar impliciete verwijzing naar het aanbod dat haar zou zijn gedaan door ….?*  om kroongetuige te worden, waardoor ze iedere geheimhoudingsplicht van haar als advocaat zou moeten hebben verloochenen.
Nogal wat implicaties dus…

Moeten we schrikken? Moeten we ons niet alleen  druk maken om de uitspraak van de Enquêtecommissie Toeslagenaffaire dat zoiets als de toeslagenaffaire weer opnieuw kan gebeuren maar ook om het feit dat met name strafrechtadvocaten geen onafhankelijke positie meer kunnen bekleden en als staatsvijanden zelfs voor hun leven moeten vrezen en ieder moment uit de roulatie kunnen worden gehaald als ze te lastig worden?

Misschien is de noodkreet van Weski aanleiding om ons te bezinnen op de vraag of in dit land de positie van de verdachte en zijn advocaat wel voldoende beschermd is.
En dat lijkt in het licht van de huidige positie van de PVV geen overbodige luxe!

  • Uit de weergave van dat gesprek wordt niet echt duidelijk wat haar nu precies is aangeboden en door wie…

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *