De reikwijdte van macht (alweer) uitgerekt

Twee blogs geleden ging ik in op het feit dat naar mijn mening met het introduceren van de avondklok en zeker ook de verlenging ervan op basis van de Wbbbg de reikwijdte van macht van deze regering, in proces vertegenwoordigd als de staat, was uitgerekt.
Ik kreeg in eerste instantie gelijk toen de Haagse voorzieningenrechter op 16-2 een streep trok door de Wbbbg als basis van de invoering van de avondklok.
De hectiek was enorm.
Minister Grapperhaus liet het niet op zich zitten en wist voor elkaar te krijgen dat diezelfde dag net voor 9 uur ’s avonds de zaak toch nog beklonken werd door een spoedbehandeling bij het Hof, waar Van Dissel hoogstpersoonlijk uitgebreid werd ingezet.
Hij kreeg nog even respijt.
Een wraking-voorstel van Viruswaarheid haalde het niet. Ondertussen was heel Nederland in verwarring. De chaos leek compleet en de pers die altijd gevoelig is voor (verloren of gewonnen) voetbalwedstrijden en gezichtsverlies, begon al wat kritischer te worden.
Het leek op een omslagpunt in de legitimiteit van de Corona-maatregelen tot dusver.
Grapperhaus maakte een verbeten indruk: de man die zo vlotjes omging met de regels op zijn trouwerij liet deze ‘afgang’ niet op zich zitten en wist toch nog gauw binnen een week  de avondklok via een spoedwet (aanpassing van de zgn Covid-wet)  door de Tweede en Eerste Kamer te slepen.

Zelf was ik natuurlijk erg blij met de overigens geestige column van Sjoerd de Jong in NRC van zaterdag 20 februari over de 74-jarige blogger die het bij het rechte eind had maar nergens gehoor vond. Het bezoekersaantal van mijn blog steeg meteen tot meer dan 100 per dag terwijl ik 32 gewend was!
Inmiddels heeft het Hof in Den Haag in haar arrest van afgelopen vrijdag de voorzieningenrechter  en dus ook Viruswaarheid in het ongelijk gesteld.
Daar wil ik hier nog wel iets over zeggen (als lastige 74-jarige blogger!).

1. Volgens het Hof is het begrip buitengewone omstandigheden in de wet (Wbbbg) of de wetsgeschiedenis niet gedefinieerd.
Ik zou bijna denken aan een advies van de oogarts: Neem eens een andere bril!
In het uitstekende stuk van Bart van der Sloot dat ik eerder citeerde over de geschiedenis van het staats-noodrecht en van de Wbbbg wordt in noot 70 gerefereerd aan Kamerstukken uit 1950-1951, waar de regering helder aangeeft: Het onderhavige wetsontwerp heeft tot strekking ons democratisch staats- en maatschappelijk bestel te verdedigen…”

Een Corona-maatregel kan er toch niet voor bedoeld zijn om ons democratische en maatschappelijk bestel te verdedigen, lijkt me.
Overigens wijst hij ook op een stuk van Van Oven: Verhoogde waakzaamheid en burgerlijke uitzonderingstoestanden (noot 65).
Merkwaardig ook dat het Hof niet verwijst naar de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, immers  bij de Wbbbg wordt duidelijk aangegeven: onverminderd de art 7 eerste lid, art 8 eerste lid van die wet, etc.

2. Interessant is dat het Hof stelt dat het kabinet op de adviezen van het OMT mag afgaan
en vervolgens in overweging 6.10 aangeeft dat het risico van versneld oplopende ernstige besmetting geen zekerheid is en  geen zekerheid hoeft te zijn.
Recentelijk werd de heer Wallage van het RIVM geïnterviewd door de NOS en die stelde: “De afgelopen weken was onze voornaamste boodschap hoe onzeker het allemaal is. Het gaat niet zozeer om de lijn in onze modellering maar om de onzekerheidsmarge daaromheen en die is groter door de Britse variant”.
Dus samengevat: Het kabinet gaat af op de deskundigen van het OMT en die stellen dat hun kernboodschap onzekerheid is.  Afgaan op deskundigen die zeggen dat ze het ook niet weten, is kennelijk voldoende reden voor het Hof om goed te vinden dat  de regering op basis van de Wbbbg een avondklok instelt.

3.  Het Hof stelt in overweging 6.14 over proportionaliteit dat minder zware maatregelen niet volstaan. Waar het Hof dat vandaan heeft… Heeft het OMT dat onderzocht???
En hoe zit het met de één-bezoekersregeling, was die niet voldoende geweest?
Wat ik persoonlijk wel grappig vind, is dat het Hof aangeeft dat de inbreuk van een avondklok op de grondrechten van oa bewegingsvrijheid niet zo erg is omdat de meeste verplaatsingen tussen 5 uur ‘s ochtends en 20.00 uur ‘s avonds plaatsvinden.
Met andere woorden: De avondklok was helemaal niet nodig geweest!!!
Want wat is het doel dan nog als die verplaatsingen in hoofdzaak op andere tijden geschieden?

4. Over het effect van de avondklok:
Bij overweging 6.9: De staat heeft voldoende onderbouwd dat de avondklok ook effect heeft, althans dat hij hier in redelijkheid van mag uitgaan.

Conclusie: Het Hof stelt dat de avondklok mocht worden ingevoerd op basis van de Wbbbg omdat zich een buitengewone omstandigheid voordoet die door het OMT wordt beschreven als onzekerheid in verband met de Britse variant. Bovendien valt het allemaal wel mee want tijdens de uren van de avondklok is er toch al niet veel verplaatsing en wat de effecten ervan betreft mocht de regering in redelijkheid ervan uitgaan dat hij wel effect zou hebben!

Tja, ik vrees voor de toekomst. Nu al luidt de noodklok waar het om zorgen over de rechtsstaat betreft (zie het rapport Tussen Balie en beleid, zie  de Toeslagen-affaire, zie ook Pieter Omtzigts boek Een nieuw sociaal contract).
Deze uitspraak van het Hof sust misschien (voor even) de gemoederen in Den Haag maar de vraag is of ze de legitimiteit van de verdere maatregelen in het kader van Corona ten goede komt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *