Dédain voor het recht

Op 17 mei j.l schreef ik in een Open brief aan Bibi Netanyahu oa:  Weet u meneer Netanyahu, we hebben hier net weer 4 en 5 mei gehad en de Holocaust herdacht. Wat we ons toen weer vooral realiseerden is hoe belangrijk het is in een democratische rechtsstaat te leven met een onafhankelijke rechterlijke macht, een onafhankelijke pers, een Grondwet en bescherming van minderheden. Dat respect voor je medemens van welke kleur, afkomst of geaardheid ook, zo cruciaal is, niet alleen voor die medemens maar ook voor jezelf en je eigen vrijheid, voor je kinderen en de generaties die na hen komen.

Inmiddels heeft een meerderheid in het Israëlisch parlement een wet aangenomen die  het Hoogste gerechtshof kallt stelt.
Het argument: het Gerechtshof zou niet democratisch zijn omdat het niet is verkozen door een meerderheid en wel wetten en hun uitvoering  kan dwarsbomen die door regering en parlement zijn aangenomen.
Israël heeft een speciale status omdat het land geen Grondwet heeft en er alleen sprake is van zgn basiswetten.
In de praktijk betekent dit dat de orthodoxen en rechts-extreme partijen het land overnemen, een heel eng idee voor iedereen die zichzelf als een modern burger ziet en inclusiviteit en humanitaire waarden serieus neemt..

Maar in zekere zin speelt het vraagstuk van de verhouding tussen verkozen politici en hun macht en de rechtspraak ook in dit land…
Want hoe serieus nemen politici en de regering(en) eigenlijk de rechtspraak?
En wordt er niet ook vaak op gehint dat de rechter niet gekozen is en dus niet gelegitimeerd om de politiek ‘dwars’ te zitten?

Op 3 december 2020 hield Thom de Graaf een toespraak bij het in ontvangst nemen van het boek: De rechter grijpt de macht. En andere misverstanden over de democratische rechtsstaat, van Geert Corstens en Reindert Kuiper.
De Graaf geeft diverse voorbeelden van verwijten van de kant van politici en de politiek dat de rechtspraak niet gelegitimeerd is om bepaalde uitspraken te doen die tegen de wens, het belang van diezelfde politiek/politici ingaan.
Zo noemde Geert Wilders de Hoge Raad na het Urgenda arrest een ‘Co2 -Raad vol met D66-ers’.
Een Kamerlid van een regeringspartij sprak na de stikstofuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van ‘juridische haarkloverij’.
Op voorspraak van een andere regeringspartij stelde de Tweede Kamer een werkgroep in binnen de commissie van Justitie en Veiligheid die een rondetafelgesprek organiseerde over de vraag of Nederland een dikastocratie (een staat waarin de rechters de macht hebben ipv de gekozen bestuurders/politiek) in wording is.

De Graaf legt uit nadat hij heeft geconstateerd dat dit absoluut niet het geval is: “In een democratie is er sprake van een rule of law waartoe de law of majority zich zal moeten verhouden. Democratie en rechtsstaat horen immers bij elkaar. Democratie is meer dan alleen een meerderheidsoordeel. In een parlementaire democratie  vragen wij immers ook om transparantie, integriteit van besluitvormingsprocessen, politieke verantwoording en publieke controle’, aldus de Graaf.

Dat het bij die laatste vereisten gemakkelijk mis kan gaan en een kabinet dat op basis van de verkiezingen is geformeerd wettelijke regelingen aan zijn laars kan lappen, niet uitvoeren  of slechts een deel ervan dat als opportuun wordt beschouwd, en een Catshuisoverleg van een kleine club in feite het parlement kan overrulen laat Omtzigt zien in zijn indrukwekkende Thorbeckelezing van afgelopen april*.
Kortom het risico van een meerderheidspositie bemachtigen en vervolgens afglijden naar een ondemocratisch functionerende kleine club is ook in ons land niet langer denkbeeldig. Dat maakt ook duidelijk dat er so wie so behoefte bestaat een  een stevig rechterlijk controlemechanisme naast het parlementaire, zeker als dat laatste gefrustreerd wordt door een coalitie die de handen op elkaar houdt ter voorkoming van verkiezingen….

  • Nog op you tube te beluisteren 18 april j.l

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *