Stoelendans

De rechter heeft de overheid weer eens op de vingers getikt.
Dit keer over de wijze waarop het ministerie van VWS omgaat met de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Sinds het begin van de corona-crisis hanteert het ministerie een alternatieve werkwijze bij Wob-verzoeken, waarbij een verzoek niet individueel wordt beoordeeld. In plaats daarvan bepaalt het ministerie zelf welke informatie op welk moment naar buiten komt.
Volgens De Jonge is dit onvermijdelijk vanwege de grote hoeveelheid documenten en verzoeken.

Het doet wat denken aan het verhaal van Hoekstra en De Jonge over de kritiek van de Rekenkamer dat er miljarden ‘zoek’ zijn in de staatshuishouding.
Het standaardantwoord lijkt te worden: Ja, crisis hè? We hadden wel wat anders aan ons hoofd dan ons aan de wet te houden of financieel verantwoording af te leggen.
Als je achter het verhaal van De Jonge kijkt, blijkt aldus professor Wim Voermans bij Nieuwsuur dat er zwaar bezuinigd is de afgelopen jaren op ambtenaren van VWS die op de Wob-verzoeken hadden kunnen reageren.
Kennelijk lagen de prioriteiten niet erg bij de transparantie en openbaarheid van bestuur, moet je constateren.

Dus niks crisis maar keuze!
En dan kom ik op de andere ‘hinderlijke’ uitspraken van de rechter, die volgens vooral politici ter rechterzijde van het politieke spectrum steeds vaker op de stoel van de (gekozen) politiek gaat zitten.
Een rechter die die politiek, tevens wetgever, aan diens eigen wetten en geldende regels herinnert,  (voorbeelden zijn: de Urgenda-zaak of de Syri-kwestie (zie mijn blog hierover) maar  ook de recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie, waarin Nederland wordt terecht gewezen omdat jarenlang ten onrechte bewijsstukken van asielzoekers zijn genegeerd ), is ‘lastig’.
Nog sterker wordt nogal eens voorgesteld als te radicaal omdat zoals in de Shell-zaak of waar het ging om de stikstof-uitspraak van de Raad van State we daar opeens ‘wat mee moeten’.
Het verwijt dat we ‘niet kunnen bouwen’ vanwege de opgelegde stikstof-norm lijkt op de schouders van de rechter terecht te komen, een norm die overigens niet door de rechter was opgelegd maar door Europa.

Het doet me allemaal wel wat denken aan wat vroeger in mijn kindertijd zo populair was: de stoelendans.
Je danste met zijn allen om de stoelen heen. Als de muziek stopte moest je snel plaatsnemen. En telkens werd er een stoel weggehaald.
Wie overbleef had gewonnen.

Kijken we nu naar de stoelendans van politiek/beleid en rechter/rechtspraak dan wordt er bij de rechters telkens een stoel weggehaald zodat er letterlijk minder overblijft voor de ‘zitting’.
De onafhankelijkheid wordt aangetast door de invloed van de Raad voor de rechtspraak *. Daarmee wordt de eigen plek van de rechter gereduceerd, maar manmoedig blijft deze laatste pogen toch een eigen plaats te behouden en moet daarvoor steeds harder rennen!
Maar ook de ambtenaren leveren stoelen in. Hen wordt veel verweten maar hoe reëel is dat eigenlijk als de politiek, dwz de neoliberale politiek van de laatste tien jaren, transparantie of een kwalitatief goede en zorgvuldige uitvoering bij het oud vuil zet… Volgens Herman Tjeenk Willink is dat proces zelfs al veel langer aan de gang.
In hoeverre vertegenwoordigt de rechter in verhouding tot de gekozen politici het volk? wordt gesteld maar je kan ook zeggen:  in hoeverre vertegenwoordigen de gekozen politici eigenlijk het volk?

Kijken we naar de diverse politieke partijen dan kun je toch niet beweren dat het aantal en de diversiteit van de leden representatief zijn voor de 17 miljoen inwoners van dit land.
Die partijen zijn nog voornamelijk georganiseerd volgens een zuilensysteem dat allang uit de tijd is. En een partij als de PVV bestaat zelfs niet eens uit leden. Maar ook het onderscheid rechts/links kan men bekritiseren.
Immers als je naar de zogeheten linkse standpunten kijkt dan gaat het vaak om ‘behoud’ van het goede zoals (beschermde) natuurgebieden of kwaliteit in plaats van kwantiteit van voedsel, rechtsstaat etc, gebruik van zonne-energie en wind-energie in plaats van fossiele brandstoffen die de aarde uitputten.

Bij ‘rechts’ zie je nogal eens een levensgroot ontzag voor techniek en technologische ontwikkeling. Innovatie, nog meer digitalisering en gebruik van algoritmen en weinig vertrouwen in de mens. Ik generaliseer wat, maar een boek als Rutger Bregmans De meeste mensen deugen, zou niet door ‘rechts’ zijn geschreven, lijkt me.
En dan de rechter… Hoe zit het met diens representativiteit?
De rechter is in deze tijd steeds vaker vrouw…
Onder rechters zitten relatief meer vrouwen dan onder (vertegenwoordigende) politici, die stelling wil ik wel aan… Dus representatiever lijkt me……

Tja, zou dat dan misschien de reden zijn dat ook in de media steeds vaker als de rechter een ‘lastig’ vonnis velt, ZIJ te horen krijgt dat ZIJ niet op de stoel van de gekozen politici (nog steeds in hoofdzaak ‘witte’ mannen) moet gaan zitten?
’t Is maar een veronderstelling…

  • Zie in dat verband bij Lezingen op mijn website: Afscheid van Dick Allewijn; hoe erg is hiërarchie voor de rechter? Zie ook mijn vorige blog: Dolende identiteiten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *